Tweede Kamerleden hebben zowel de staatssecretaris van Financiën als die van Infrastructuur en Waterstaat negen vragen gesteld over fiscaalvriendelijke fietsregelingen. Volgens de leden is het voor werkgevers niet aantrekkelijk genoeg om werknemers te stimuleren om met de fiets naar het werk te komen.
Op dit moment kunnen werkgevers een fiets onbelast vergoeden of verstrekken door de waarde ervan aan te wijzen als eindheffingsloon en onder te brengen in de vrije ruimte van de werkkostenregeling. Die vrije ruimte is 1,2% van de fiscale loonsom en dus lang niet onbeperkt: bij een overschrijding moet de werkgever 80% eindheffing betalen. Daardoor is het volgens de Tweede Kamerleden voor werkgevers niet aantrekkelijk genoeg om hun werknemers te stimuleren om de fiets te pakken in plaats van de auto. Het kabinet zou de regels voor een ‘fiets van de zaak’ (tools) daarom moeten versoepelen.
De belangrijkste vraag aan de staatssecretarissen is of zij het ermee eens zijn dat de regels voor het vergoeden of verstrekken van een fiets werkgevers en werknemers zouden moeten verleiden om er gebruik van te maken. Is dat het geval, dan is de volgende vraag op welke manier en wanneer de regels aangepast worden. De vragen moeten nog beantwoord worden.