Het gerechtshof heeft vorig jaar bepaald dat een vergoeding voor dubbele huisvesting per tewerkstelling geldt en niet per dienstverband. Aanleiding voor dit oordeel was een rechtszaak waarin een werkgever meer dan twee jaar onbelast dubbele huisvesting had vergoed aan een werknemer die als projectmanager voor diverse opdrachten werkte.
De werknemer uit deze rechtszaak werkte als projectmanager van verschillende opdrachten. De duur van de opdrachten varieerde, maar één opdracht duurde nooit langer dan twee jaar. De werkgever vond dan ook dat hij voor iedere opdracht opnieuw twee jaar lang dubbele huisvesting (artikel) mocht vergoeden. De inspecteur vond echter dat deze tweejaarstermijn voor de hele dienstbetrekking gold.
Volgens de Wet op de loonbelasting geldt er een maximumtermijn van twee jaar (per tewerkstelling op een bepaalde plaats) voor het onbelast vergoeden of verstrekken van dubbele huisvesting. Het moet dan wel gaan om huisvesting buiten de woonplaats voor het vervullen van de dienstbetrekking. Het hof concludeerde dat er niet in de wettekst staat of deze termijn per opdracht of per dienstbetrekking geldt, maar er is wel uit af te leiden dat er een verband moet zijn tussen de vergoeding en de tweejaarstermijn. Dat was hier het geval, dus de werkgever kreeg gelijk.
De staatssecretaris van Financiën gaat de kwestie niet aan de Hoge Raad voorleggen. De tweejaarstermijn geldt dus per tewerkstelling op een bepaalde locatie.
Gerechtshof Den Haag, 22 mei 2013, ECLI (verkort): 1562