De Belastingdienst heeft op een rijtje gezet welke veranderingen in de werkkostenregeling (WKR) per 2016 van kracht worden. Het gaat om twee zaken: de aanscherping van de gebruikelijkheidstoets en het belasten van rentevoordeel van personeelsleningen voor een eigen woning.
De veranderingen in de werkkostenregeling per 2016 zijn beperkt. De vrije ruimte bedraagt ook in 2016 1,2% van de fiscale loonsom van uw organisatie. En vrijwel alle nihilwaarderingen en gerichte vrijstellingen blijven van kracht. Eén nihilwaardering wordt opgeheven: als uw organisatie een werknemer een lening geeft voor aanschaf of verbouwen van zijn eigen woning, en de werknemer betaalt een lagere rente dan hij bij een bank verschuldigd zou zijn, mag uw organisatie het rentevoordeel niet meer onbelast laten.
Het is per 2016 ook niet toegestaan om dit voordeel in de vrije ruimte onder te brengen. Het rentevoordeel inclusief kosten moet altijd tot het loon van de werknemer worden gerekend. De werknemer moet er dus altijd loonbelasting/premie volksverzekeringen over betalen. En de werkgever betaalt er werkgeversheffing Zorgverzekeringswet en premies werknemersverzekeringen over.
Een tweede verandering per 2016 betreft de aanscherping van het gebruikelijkheidscriterium. De gebruikelijkheidstoets houdt in dat de vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen die de werkgever aanwijst als eindheffingsloon, niet meer dan 30% mogen afwijken van wat in vergelijkbare omstandigheden gebruikelijk is. Per 2016 geldt bovendien dat het aanwijzen van de vergoeding, verstrekking of terbeschikkingstelling van een bepaalde omvang gebruikelijk moet zijn.
Als werknemers ieder jaar een belaste bonus van € 6.000 krijgen, is het bijvoorbeeld niet gebruikelijk als de werkgever die bonus plotseling onbelast (via de vrije ruimte) uitdeelt. Voor de werknemer betekent dat immers zo ongeveer een verdubbeling van hun bonus.