De vrijgestelde thuiswerkvergoeding van € 2 die vanaf 2022 gaat gelden werkt ook door in de winst van een onderneming. Het zijn namelijk ‘gemengde’ kosten, en daarvoor geldt een aftrekbeperking in de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting (VPB). Alleen: hoe moet die € 2 dan gesplitst worden?
Het kabinet wil dat werkgevers vanaf volgend jaar een belastingvrije vergoeding voor thuiswerkkosten kunnen geven. Het gaat dan om kosten voor onder meer koffie en elektriciteit. Daarvoor geldt een gerichte vrijstelling van € 2 per thuiswerkdag. Die vergoeding wordt ingebouwd in de werkkostenregeling en loopt dus via de loonheffingen.
Maar het gebruik van de vrijstelling heeft ook gevolgen voor de winst van een onderneming. De kosten voor thuiswerken zijn namelijk zogeheten gemengde kosten. Dit zijn kosten voor een onderneming die deels zakelijk en deels privé zijn. Daarom zijn deze kosten ook niet volledig aftrekbaar van de winst. Bij deze aftrekbeperking zijn er verschillen tussen de inkomstenbelasting en de VPB:
Dit regime roept bij de nieuwe thuiswerkvergoeding (infographic) heel wat vragen op. Want de € 2 die is vrijgesteld is opgebouwd uit verschillende schattingen van het Nibud. In het lijstje van het Nibud staat dat de post koffie/thee goed is voor € 0,95. Voor dat bedrag zou dus de aftrekbeperking gelden. Maar: een deel van het elektriciteitsverbruik (richtbedrag € 0,50) en het waterverbruik (richtbedrag € 0,05) heeft volgens het Nibud óók te maken met koffie/thee. Dus is een deel van die kosten dan ook niet aftrekbaar? En na de koffie of thee volgt ook toiletbezoek, dus moet een deel van de € 0,05 die staat voor toiletpapier ook nog deels meegerekend worden? Nee, zo ver voert het niet, zo meldt staatssecretaris Hans Vijlbrief van Financiën in antwoord op vragen uit de Tweede Kamer (pdf). Alleen het bedrag van € 0,95 valt onder de aftrekbeperking. De overige € 1,05 is volledig aftrekbaar van de winst.