Door de enorme inflatie hebben steeds meer werknemers moeite met rondkomen en groeit de groep met (problematische) schulden. Werknemers die kampen met schulden, lopen hier meestal niet mee te koop. Toch is het voor de werknemer, maar ook voor uw organisatie, van groot belang dat eventuele schulden zo snel mogelijk gesignaleerd en ‘aangepakt’ worden. Hierin is voor u als HR-professional een belangrijke rol weggelegd.
Er heerst een taboe op schulden. Als een werknemer in de financiële problemen komt, zal hij dat niet direct aan de grote klok hangen.
Dat is zonde, want juist door beginnende financiële problemen aan te pakken, is een opeenstapeling van schulden te voorkomen. Het belang is groot: schulden hebben veel impact en kunnen leiden tot onder meer mentale en fysieke gezondheidsklachten.
Hoewel sommige werknemers hun schulden niet ‘mee zullen nemen’ naar de werkvloer – soms kan werk namelijk ook een goede afleiding zijn van privésores – is het waarschijnlijker dat schulden van werknemers wél impact hebben op uw organisatie.
Werknemers met schulden hebben namelijk vaak een lagere productiviteit, een hoger ziekteverzuim en zijn minder betrokken. Ook bestaat het risico dat werknemers uit wanhoop hun heil zoeken in fraude of diefstal. Nibud heeft berekend dat een werknemer met schulden gemiddeld € 13.000 per jaar kost.
De belangrijkste stap is daarom dat uw organisatie achterhaalt of er werknemers zijn die kampen met schulden. Omdat er een taboe op heerst, en omdat mensen met schulden zich vaak schamen en ervoor kiezen om hun kop in het zand te steken, is dit nog niet zo makkelijk.
Vaak zijn werkgevers pas op de hoogte van schuldenproblematiek als het te laat is, bijvoorbeeld als er beslag wordt gelegd op het salaris (loonbeslag).U kunt werknemers niet dwingen openheid te geven, maar de drempel is wel te verlagen.
Maak het onderwerp bespreekbaar door er regelmatig aandacht aan te besteden, bijvoorbeeld via leidinggevenden. Maak ook duidelijk dat een eventuele vertrouwenspersoon bedoeld is als aanspreekpunt voor werknemers met schulden.
Ook als werknemers niet zelf naar voren treden, zijn er signalen die kunnen duiden op geldproblemen, zoals het ontlopen van sociale activiteiten.
Een andere manier om een werknemer te helpen het tij te keren vóór een loonbeslag, is de looncessie. Hiermee kan de werknemer afspreken dat hij een deel van zijn recht op salaris aan de schuldeiser overdraagt. Vaak zal een schuldeiser alleen met zo’n betalingsregeling instemmen als de werknemer een zogenoemde ‘akte van cessie’ ondertekent.
Deze akte zorgt ervoor dat een deel van het salaris officieel wordt overdragen aan de schuldeiser. Als de schuldeiser en de werknemer de akte ondertekenen, is uw organisatie verplicht om de looncessie uit te voeren. Net als bij een loonbeslag geldt bij een looncessie een beslagvrije voet.
Als het bij u bekend is dat een werknemer schulden heeft, is het belangrijk dat u discreet omgaat met de situatie. Natuurlijk vanwege de schaamte die veel schuldenaren ervaren, maar ook vanwege de privacybescherming.
Is er bijvoorbeeld loonbeslag gelegd bij een werknemer, dan mag in principe alleen de salarisadministratie hiervan weten. Zorg dus dat ook de salarisadministratie weet wat er mogelijk is om de werknemer verder te helpen.
Het is het beste om de werknemer door te verwijzen naar externe schuldhulpverleners. Afhankelijk van de woonplaats van de werknemer, zijn er verschillende instanties waar hij terechtkan. Op de website van budgetinstituut Nibud vindt u, naast de verschillende schuldhulpinstanties, ook diverse tools waarmee u zelf werknemers kunt helpen als de stap naar externe schuldhulpverleners te groot is.
Hoewel een schuldhulpverlener de werknemer voldoende handvatten zal geven, is het voor u belangrijk om over het onderwerp in gesprek te blijven met de werknemer. Gebruik hiervoor vaste contactmomenten. Overigens is er niet alleen een rol voor u in de signalering, verwijzing, hulp en nazorg.
De Nibud-tools kunt u namelijk ook inzetten om werknemers die (nog) niet in de financiële problemen zitten, wijzer te maken in geldzaken.
Het is goed te weten dat gemeenten een wettelijke plicht hebben tot schuldhulpverlening. Dat begint met een gesprek binnen vier weken met de aanmelder. Snellere hulp komt er bij zaken als ontruiming van een woning, afsluiten van energie/water en stopzetten van de zorgverzekering. De schuldeisers moeten dit melden bij de gemeente.
Een ambtenaar of een ingehuurde private hulpverlener nodigt de betrokkene uit voor een gesprek en onderzoekt de noodzaak van schuldhulpverlening. Vaste lasten zijn tijdelijk over te nemen en de betrokkene krijgt een weekgeld. In een zogeheten minnelijk schuldentraject wordt geprobeerd afspraken te maken met de schuldeisers.
In drie tot vijf jaar betaalt de schuldenaar zo veel mogelijk af. De rechter kan een ‘dwangakkoord’ opleggen aan de schuldeisers, bijvoorbeeld als die zonder goede reden een betalingsvoorstel weigeren. Wat na zulke trajecten aan schuld overblijft, hoeft men vaak niet meer te betalen: dit heet een schone lei.
Meer informatie over werknemers met schulden vindt u in de toolbox Werknemers met schulden ondersteunen in zes stappen.