OR moet eigen reglement volgen bij tussentijdse vacatures

15 maart 2016 | Door redactie

Krijgt een ondernemingsraad (OR) te maken met tussentijdse vacatures, dan moet hij op zoek naar vervangende OR-leden. Daarbij moet de OR de regels uit het eigen OR-reglement volgen. Maar wat gebeurt er als de OR die regels niet volgt? Daarover oordeelde het hof in Amsterdam onlangs.

In het OR-reglement (infographic) staan de regels die gelden bij de OR-verkiezingen en hoe de OR moet handelen als er tussentijdse vacatures ontstaan. Stelt de ondernemingsraad zelf leden aan zonder daarbij het reglement te volgen, dan hoeft de werkgever daarmee niet zomaar akkoord te gaan.

Geen OR-faciliteiten toegekend

De OR in deze zaak bestond uit leden van drie kieslijsten, maar daarbij hadden twee lijsten onenigheid gekregen met de derde lijst. De zes leden van de derde lijst hadden hun OR-functie als gevolg daarvan opgegeven. De OR had de daaruit ontstane vacatures zelf ingevuld met leden van hun eigen kieslijsten. Toen de werkgever geen OR-faciliteiten (zoals urenvrijstelling) aan de zes nieuwe OR-leden wilde toekennen, stapte de OR naar de rechter. De werkgever vond dat de invulling van de tussentijdse vacatures niet juist was gebeurd en daarom erkende hij de nieuwe OR-leden niet. Bij de kantonrechter werd de OR in het ongelijk gesteld en de OR besloot om in hoger beroep te gaan. 

OR handelde in strijd met eigen OR-reglement

Volgens het hof moest de OR voor het invullen van tussentijdse vacatures zijn reglement volgen. Daarin stond dat de kandidaat die hier volgens de laatste verkiezing als eerste voor in aanmerking komt, moet worden ingesteld. Als er geen opvolger was, moesten er tussentijdse verkiezingen plaatsvinden. Ten slotte was er een mogelijkheid om met de werkgever in overleg te treden om de vacature op een andere wijze in te vullen.
De OR had deze stappen niet gevolgd en handelde daarmee in strijd met zijn eigen reglement. Ook had hij niet gezorgd voor een goede afspiegeling van de werknemers binnen de organisatie. De werkgever hoefde daarom niet mee te werken aan het verzoek van de OR om faciliteiten toe te kennen aan de nieuwe – onjuist gekozen – leden.
Gerechtshof Amsterdam, 23 februari 2016, ECLI (verkort): 649