Vanaf 1 oktober 2022 beoordeelt meestal alleen een arbeidsdeskundige of een 60-plusser in aanmerking komt voor een WIA-uitkering. De vereenvoudiging van de WIA-beoordeling is één van de maatregelen om de achterstanden van UWV bij de sociaal-medische beoordelingen in te lopen.
De tijdelijke maatregel, die vooralsnog tot en met 31 december 2023 van kracht zal zijn, werd onlangs al aangekondigd door minister Van Gennip van SZW in een Kamerbrief, en is nu definitief. Door de vereenvoudiging kan UWV de vrijgekomen tijd van verzekeringsartsen – de WIA-beoordeling wordt normaliter uitgevoerd door een verzekeringsarts én een arbeidsdeskundige – inzetten voor andere sociaal-medische beoordelingen. Ook moet de maatregel mensen sneller zekerheid geven over hun toekomst.
Een arbeidsdeskundige kan altijd bepalen dat een oordeel van de verzekeringsarts toch noodzakelijk is. En als een bedrijfsarts heeft vastgesteld dat een 60-plusser helemaal geen mogelijkheden meer heeft om te werken, wordt de beoordeling nog steeds door een verzekeringsarts uitgevoerd.
UWV benadrukt dat niemand benadeeld mag worden door de maatregel. Van zowel de werknemer als de werkgever is instemming nodig voor de vereenvoudigde beoordeling, anders wordt de beoordeling alsnog door de verzekeringsarts uitgevoerd. Ook worden uitkeringen op basis van de vereenvoudigde WIA-beoordeling niet aan publiek verzekerde werkgevers toegerekend via de premie voor de Werkhervattingskas (Whk) en niet aan eigenrisicodragers (artikel) doorbelast.
Om het eenvoudiger te maken, neemt de verantwoordelijke arbeidsdeskundige rechtstreeks contact op met de werknemer en werkgever voor wie de nieuwe regels gelden. De arbeidsdeskundige licht dan de vereenvoudigde beoordeling toe en vraagt om instemming.
Een andere maatregel die op 1 oktober ingaat, is dat UWV vijf jaar lang niet meer verplicht is een herbeoordeling uit te voeren bij mensen in de Inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA) en in de Wajong, die duurzaam volledig arbeidsongeschikt zijn verklaard en die er ondanks hun beperkingen in slagen om betaald werk te krijgen. UWV kan nog wel onderzoek doen naar de volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid van werknemers uit deze groepen als daar een andere aanleiding voor is, bijvoorbeeld bij een verzoek van de werknemer zelf of de werkgever.