De Wet op ondernemingsraden (WOR) beschrijft de taken en bevoegdheden van de medezeggenschap. In sommige gevallen kan de ondernemingsraad (OR) echter beter functioneren als hij de WOR niet letterlijk volgt. Ook daar biedt de WOR mogelijkheden voor.
De Wet op de ondernemingsraden stelt de kaders waarbinnen de medezeggenschap moet opereren. Het is de bedoeling van de WOR om de medezeggenschap in organisaties zo goed mogelijk te laten functioneren. Kan de ondernemingsraad beter functioneren als hij niet gebonden is aan de standaardbepalingen van de WOR, dan kan de OR – soms – andere keuzes maken.
De onderwerpen waarbij de OR mag afwijken van wat de WOR voorstelt, staan in de WOR benoemd. Uitgangspunt hierbij is: voor zover het bevorderlijk is voor een goede toepassing van de wet. Het gaat om:
Als de OR afwijkt van de voorstellen in de WOR, dan moet de OR deze afspraken opnemen in het OR-reglement (infographic). Het reglement is tenslotte de basis voor het functioneren van de OR (artikel).
Bestuurder kan OR ook meer bevoegdheden geven dan WOR noemt
De bestuurder heeft daarnaast de mogelijkheid om aan de OR (of personeelsvertegenwoordiging, PVT) meer rechten toe te kennen dan de WOR noemt (artikel 32). Deze extra rechten en bevoegdheden voor de OR en de concrete afspraken daarover leggen de OR en bestuurder schriftelijk vast in een ondernemingsovereenkomst.
De OR heeft overigens niet alleen met de WOR te maken. De afspraken met de bestuurder over de werkwijze van de OR mogen ook niet in strijd zijn met andere wetten, zoals de Arbowet, de Arbeidstijdenwet (ATW) en de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG).