Verschillende deskundigen voor één advies

18 september 2017 | Door redactie

De ondernemingsraad (OR) heeft het recht om advies in te winnen bij een in- of externe deskundige. Dat is vastgelegd in artikel 16 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR). Een OR kan bijvoorbeeld een cursusleider of een gespecialiseerde adviseur inschakelen.

Heeft de ondernemingsraad (OR) een duidelijke opdracht geformuleerd voor een deskundige, dan is het makkelijker om te bepalen welk type adviseur de OR het beste kan inschakelen (artikel 16, WOR). Ieder type adviseur kent voor- en nadelen. Zo is het grote voordeel van een cursusleider dat hij de OR-leden, de organisatie en de eventuele problemen en knelpunten relatief goed kent. Hij kan daardoor zijn advies goed afstemmen op de specifieke omstandigheden. De OR doet er daarom ook goed aan om een cursusleider te vragen of hij ook na afloop van de cursus beschikbaar is voor eventuele vragen.
Een nadeel bij het inschakelen van een cursusleider is dat hij mogelijk niet genoeg kennis heeft over het specifieke vraagstuk van de OR. Voor bijvoorbeeld een adviesvraag in het kader van een reorganisatie of fusie kan de OR dan beter een specialist inschakelen.

Verschillende typen adviseurs inschakelen

Een gespecialiseerde adviseur bezit kennis en ervaring op een bepaald vakgebied. Denk aan een deskundige op het gebied van arbo, financieel beleid, arbeidsvoorwaarden, reorganisaties, fusies of automatisering. Zo’n specialist kan bijvoorbeeld een adviesaanvraag beoordelen, een probleemanalyse opstellen of alternatieven bedenken voor de maatregelen die de directie wil nemen. Een nadeel kan zijn dat de specialist te weinig kennis heeft over de medezeggenschap. Heeft de OR op beide gebieden advies nodig, dan kan de raad de specialist vragen om een inhoudelijk advies en de cursusleider om advies over de te volgen strategie bij de onderhandelingen.