Niet langer onnodig verlies van WW-uitkering

4 mei 2017 | Door redactie

Werknemers die een aanvullende WW-uitkering ontvangen omdat hun loon lager is dan voorheen, kunnen momenteel dit verbruik van hun WW-rechten niet beëindigen. Daar komt verandering in.

De Wet werk en zekerheid (WWZ) heeft ervoor gezorgd dat werknemers die na een periode van werkloosheid weer aan de slag gaan, maar daarbij niet meer dan 87,5% van hun zogeheten WW-maandloon verdienen, een aanvullende WW-uitkering krijgen. Deze inkomensondersteuning moet werknemers motiveren om te (blijven) werken. In de praktijk blijkt echter dat werknemers lang niet altijd behoefte hebben aan deze aanvullende WW-uitkering, terwijl zij deze niet kunnen beëindigen. Tegenover EenVandaag heeft demissionair minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid daarom laten weten de Werkloosheidswet te willen wijzigen.

Minder WW-rechten na baanverlies

Een werknemer met een aanvullende WW-uitkering verbruikt in de loop der tijd zijn WW-rechten. Verliest hij later zijn baan, dan kan hij niet of nauwelijks terugvallen op een WW-uitkering. Bovendien heeft een werknemer met aanvullende WW-uitkering vaak nog een sollicitatieplicht om voor extra inkomen een tweede baan te zoeken. Een wetswijziging moet regelen dat werknemers die tevreden zijn met hun nieuwe, lagere salaris gewoon zelf hun WW-uitkering kunnen stopzetten. Hierdoor behouden zij hun WW-rechten en hoeven zij niet langer sollicitatie-activiteiten te verrichten. Voordat het zover is, zal de aanpassing eerst als wetsvoorstel langs de Eerste en Tweede Kamer moeten.