Uitbreiding verwijtbaarheidstoets WW-uitkering

23 april 2012 | Door redactie

Sinds 1 januari 2012 hebben werknemers die een contractverlenging weigeren in principe geen recht meer op een WW-uitkering. Vanaf begin dit jaar is de zogenoemde ‘verwijtbaarheidstoets’ van de Werkloosheidswet (WW) namelijk uitgebreid. Alleen bij het wijzigen van de arbeidsvoorwaarden of bij ernstige bezwaren tegen de verlenging, behoudt een werknemer het recht op de uitkering.

De verwijtbaarheidstoets die UWV WERKbedrijf gebruikt voor het toekennen van een WW-uitkering gold voorheen alleen bij een opzegging van de arbeidsovereenkomst door de werknemer zelf of als de beëindiging van het dienstverband te wijten is aan de werknemer. Zit de werknemer daarna werkloos thuis, dan heeft hij geen recht op een WW-uitkering.
Nu de definitie van de verwijtbaarheidstoets is uitgebreid, vervalt het recht op een WW-uitkering ook als een werknemer een contractverlenging na afloop van zijn arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd weigert.

Wel recht op WW bij gewijzigde arbeidsvoorwaarden

Een werknemer is immers verplicht om er alles aan te doen om niet werkloos te worden en als hij werkloos is, moet hij alle passende arbeid aanvaarden. Dat een werknemer een contractverlenging weigert en vervolgens wel recht heeft op een volledige WW-uitkering, werd onwenselijk gevonden en daarom is de verwijtbaarheidstoets aangepast.
Als bij een verlenging de arbeidsvoorwaarden wijzigen, mag een werknemer wel weigeren zonder zijn recht op een WW-uitkering te verliezen. Ook ernstige bezwaren tegen een verlenging van de arbeidsovereenkomst – bijvoorbeeld omdat de werknemer erg gepest wordt op het werk – vallen niet onder de verwijtbaarheidstoets.