Om te voorkomen dat techreuzen als Google en Apple hun diensten voorrang geven, wil de Europese Commissie hun verbieden om hun eigen apps te voorinstalleren op apparaten zoals smartphones en laptops. Dat blijkt uit documenten waar de Financial Times de hand op wist te leggen.
Wie een nieuw Android toestel of een nieuwe iPhone inschakelt, ziet na de set-up dat er flink wat Google- of Apple-apps geïnstalleerd zijn. Voor de gebruiker zijn deze apps meestal niet echt nuttig. Ze nemen geheugenruimte in, trekken de batterij leeg en hengelen data binnen. Vaak wordt beweerd dat de smartphone niet meer werkt zonder deze apps. De Europese Commissie wil echter een verbod op dit vooraf installeren van eigen apps door grote techbedrijven. Dat blijkt uit een conceptversie van de Digital Services Act van de Europese Commissie dat in handen kwam van de Financial Times.
Naast een verbod op het voorinstalleren van hun eigen apps, mogen techreuzen ook andere bedrijven niet verplichten om alleen hun apps vooraf te installeren als het aan Brussel ligt. De EU wil ook dat smartphone gebruikers de apps moeten kunnen verwijderen zonder dat dit de werking van het apparaat beïnvloedt. De EU wil op deze manier voorkomen dat techgiganten hun diensten voorrang geven. Het is nog onduidelijk of het om alle vooraf geïnstalleerde apps gaat of om alleen om bepaalde applicaties.
De tekst van de conceptversie rept overigens niet alleen over apps op tablets, smartphones enzovoort. Ook het gebruik van data komt aan bod: de Europese Commissie wil dat techgiganten de data die ze gebruiken voor gericht adverteren niet alleen voor zichzelf houden; ze moeten deze informatie ook delen met hun concurrenten. Een andere regel die Brussel wil invoeren, is dat derde partijen hun apps buiten de app stores moeten kunnen aanbieden. Zo zijn ze niet afhankelijk van de restricties de Apple en Google ze oplegt in hun app stores.
Eind dit jaar verschijnt de eerste publieke versie van de Digital Services Act, is de verwachting.