Er zijn drie termen die op elkaar lijken en alle met de rechtspraak te maken hebben, namelijk gerechtelijk, rechterlijk en rechtelijk. Ze zijn echter niet door elkaar te gebruiken, en hebben elk een eigen, specifieke betekenis.
Het woord ‘gerechtelijk’ betekent ‘betrekking hebbend op het gerecht’, ‘uitgaand van het gerecht’. Is er bijvoorbeeld sprake van ‘een gerechtelijk onderzoek’, dan is er sprake van een onderzoek in opdracht van het gerecht. Wil iemand in hoger beroep gaan vanwege een gerechtelijk vonnis, dan is dat een vonnis dat door het gerecht is uitgesproken.
Het woord ‘gerechterlijk’ is ook wel eens te signaleren, maar dat is een contaminatie van gerechtelijk en rechterlijk en dus eigenlijk fout.
De betekenis van ‘rechterlijk’ is ‘betrekking hebbend op de rechter of de rechtspleging’. Een bekende uitdrukking is ‘de rechterlijke macht’, de macht van de rechtspleging. Dit als tegenwicht voor de wetgevende macht en de uitvoerende macht. ‘Op rechterlijk bevel’ betekent ‘op bevel van de rechter’.
Het woord ‘rechtelijk’ is vooral bekend uit samenstellingen zoals ‘strafrechtelijk’ of ‘staatsrechtelijk’. De betekenis van het element ‘rechtelijk’ is ‘volgens het recht, juridisch’.
GERECHTELIJK: betrekking hebbend op het gerecht
RECHTERLIJK: betrekking hebbend op de rechter of de rechtspleging
RECHTELIJK: volgens het recht, juridisch