Opnieuw heeft Gerechtshof Amsterdam een renteswap vernietigd na een succesvol beroep op dwaling. ABN Amro had de rente van een lening verhoogd, maar deze verhoging viel, tot verrassing van de ondernemer, niet onder de dekking van de renteswap. De bank zal de al betaalde swaprente waarschijnlijk moeten vergoeden.
Een vastgoedonderneming ging in 2007 een lening aan met een variabele rente. Ook sloot ze op initiatief van de bank een renteswap om zich in te dekken tegen een stijgende rente. Maar toen in 2009 de kredietcrisis uitbrak en de interbancaire rente steeg, bracht de bank een zogenoemde liquiditeitspremie in rekening om deze stijging te verrekenen. Dit betekende in de praktijk een rentestijging voor de bv. Volgens de bank viel deze rentestijging echter niet onder de werking van de swap. Nadat protest van de bv niets uithaalde, vorderde ze vernietiging van de overeenkomst op grond van dwaling.
Voor de rechter stelde de bv dat ze de renteswap had afgesloten omdat er dan tenminste zekerheid bestond over de rentelasten gedurende de looptijd. Zo was de swap ook door de bank verkocht. Het gerechtshof was het eens met de bv en stelde dat de swap onder dwaling was afgesloten. De bank had volgens de rechter zelfs een onjuiste voorstelling van zaken gegeven door ineens met een liquiditeitspremie te komen terwijl ze had moeten weten dat de bv juist zekerheid had beoogd met de aanschaf van de renteswap.
Gerechtshof Amsterdam, 10 november 2015, ECLI (verkort): 4647