Het kabinet wil de komende jaren de zelfstandigenaftrek flink gaan verlagen, van € 7.280 naar € 5.000. Daarnaast gaat volgens Haagse bronnen de verlaging van het hogere tarief voor de vennootschapsbelasting (VPB) voor 2020, die vorig jaar was beloofd, niet door.
Een ondernemer voor de inkomstenbelasting komt in aanmerking voor de zelfstandigenaftrek van € 7.280 (2019) als hij aan het urencriterium (tool) van 1.225 uur voldoet. In het regeerakkoord was al aangegeven dat er maatregelen zouden worden genomen voor de zelfstandigenaftrek om de fiscale verschillen tussen werknemers en zelfstandigen te verkleinen. Nu zijn daar cijfers aan verbonden. Het bedrag van de zelfstandigenaftrek gaat in tien jaar omlaag van € 7.280 naar € 5.000, zo zal het kabinet naar verwachting op Prinsjesdag bekendmaken. De opbrengst van deze verlaging moet vooral ten goede komen aan de koopkracht van mensen met middeninkomens.
De vorig jaar beloofde verlaging van de VPB (tool) voor winsten boven de € 200.000 van 25% naar 22,55% wordt een jaartje uitgesteld. Bovendien gaat in 2021 het tarief van de VPB minder hard omlaag dan eerder was afgesproken. Het tarief blijft dus volgend jaar gelijk en daalt in 2021 naar 21,7% (in plaats van 20,5%). Ook met deze maatregel wil het kabinet de koopkracht van de lage- en middeninkomens verbeteren.