Sommige groepen werknemers hebben een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt, omdat bijvoorbeeld de kans op uitval groter is. Om te voorkomen dat werkgevers deze groep links laten liggen omdat ze het financiële risico te groot vinden, is het vangnet van de Ziektewet in het leven geroepen. Hierdoor worden werkgevers ontlast bij hun loondoorbetalingsplicht bij ziekte, via een uitkering voor deze werknemers.
Dit verdiepingsartikel wordt u aangeboden door Rendement Online
Bij ziekte van de werknemer heeft uw onderneming een loondoorbetalingsplicht van 104 weken. De Ziektewet (ZW) kan die verplichting in sommige situaties verlichten via een uitkering van UWV.
U kunt een Ziektewetuitkering aanvragen voor de volgende werknemers:
Ook ex-werknemers die binnen vier weken na uitdiensttreding ziek worden en geen baan of uitkering hebben, kunnen (zelf) een ZW-uitkering aanvragen. Dit is de zogenoemde nawerking van de verzekeringsplicht.
Er zijn twee bijzondere regelingen. Zo kan de arbeidsgehandicapte werknemer bij ziekte onder de zogenoemde no-riskpolis vallen, ongeacht of de ziekmelding samenhangt met zijn ziekte of handicap.
Meestal geldt de no-riskpolis de eerste vijf jaar van het dienstverband. Voor werknemers met een Wajong-status geldt de no-riskpolis blijvend.
Verder betaalt UWV soms een ZW-uitkering voor oudere, voormalig werkloze werknemers die langdurig ziek worden. Dit is de compensatieregeling. De werknemer moet tussen 1 januari 2018 en 1 januari 2020 bij u zijn gaan werken en geboren zijn voor 1 januari 1962.
Verder kwam hij vanuit een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) die hij op dat moment meer dan 52 weken ontving bij u in dienst en was op zijn eerste ziektedag niet langer dan vijf jaar in dienst.
U kunt ervoor kiezen geen of lagere werkgeverspremies voor de Ziektewet (ZW) af te dragen. U wordt dan eigenrisicodrager voor de ZW. De Belastingdienst moet hier toestemming voor geven.
Als eigenrisicodrager bent u in eerste instantie in de meeste gevallen goedkoper uit. U bent zelf verantwoordelijk voor de ZW-uitkeringen. Dit betekent dat UWV de uitkering kan betalen, waarna u het bedrag aan UWV betaalt. U kunt de uitkering ook rechtstreeks aan de werknemer betalen.
Verder moet u zorgdragen voor verzuimbegeleiding en re-integratie. U moet zich daarbij laten bijstaan door een gecertificeerde arbodienst of geregistreerde bedrijfsarts en de daarmee gemaakte afspraken schriftelijk vastleggen. Als eigenrisicodrager draagt u hier zelf de kosten voor.
Bovendien moet u een verzuimadministratie bijhouden en doet u de ziek- en betermeldingen bij UWV. De ZW-uitkering duurt maximaal twee jaar. Als de werknemer na twee jaar ziekte en arbeidsongeschiktheid een WIA-uitkering aanvraagt, kijkt UWV of u voldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht.
Als dat niet het geval is, kan UWV besluiten dat u langer de ZW-uitkering moet doorbetalen. Bent u eigenrisicodrager, dan kunt u de uitvoering hiervan onderbrengen bij een (private) verzekeraar. Hier betaalt u (verzekerings)premies voor.
Model
U kunt er twee keer per jaar – per 1 januari en per 1 juli – voor kiezen om eigenrisicodrager te worden of om juist terug te keren naar UWV. De aanvraag voor het eigenrisicodragerschap moet 13 weken voor de ingangsdatum bij de Belastingdienst binnen zijn. De eerstvolgende deadline is dus 31 maart 2021.
U moet de afspraken rond de verzuimbegeleiding meesturen. U kunt hiervoor in de plaats ook het model ‘Arboverklaring eigenrisicodragerschap ZW’ van de Belastingdienst gebruiken.
De ZW-uitkering duurt – net zoals de loondoorbetalingsplicht – maximaal 104 weken. Daarna kan de werknemer een WIA-uitkering bij UWV aanvragen.
Zieke of arbeidsongeschikte werknemers met de AOW-leeftijd krijgen maximaal 13 weken een ZW-uitkering (vanaf 1 april waarschijnlijk zes weken). Soms telt UWV meerdere ziekteperiodes bij elkaar op voor de berekening van de totale uitkeringsperiode, om na te gaan of het maximum al is bereikt.
Ziektedagen worden opgeteld als de werknemer tussendoor korter dan vier weken helemaal beter is, of als het gaat om een zwangere werkneemster die voor en na haar zwangerschapsuitkering wegens dezelfde oorzaak ziek is.
Is de werknemer een tussenperiode van meer dan vier weken beter, of gaat het om een andere ziekteoorzaak na de zwangerschapsuitkering, dan start erna een nieuwe ziekteperiode.
De hoogte van de ZW-uitkering hangt af van het (maximum)dagloon. Het maximumdagloon wordt tweemaal per jaar bijgesteld en bedraagt in de eerste helft van 2021 € 223,40.
Een arbeidsongeschikte krijgt daarvan een percentage dat afhangt van de vangnetsituatie:
UWV betaalt de ZW-uitkering inclusief vakantiebijslag uit. Als de zieke werknemer recht heeft op een ZW-uitkering, moet u hem tijdig ziek melden bij UWV. Als u dat niet op tijd doet, riskeert u een boete van maximaal € 455.
Wanneer u een ziekmelding doet, hangt af van de vangnetsituatie:
Een uitzendkracht moet door het uitzendbureau uiterlijk op de vierde ziektedag ziek gemeld worden. Dit speelt alleen als de uitzendkracht een uitzendbeding heeft en dus onder de Ziektewet valt.
Te vroeg gedane ziekmeldingen neemt UWV mogelijk niet in behandeling. U kunt een ZW-uitkering aanvragen via de online Verzuimmelder, een applicatie in het werkgeversportaal van UWV waarvoor u moet inloggen met eHerkenning.
Een andere mogelijkheid is Digipoort. Hiermee koppelt u uw eigen salarisadministratie aan de systemen van UWV.