Tijdens de zwangerschap en na de bevalling heeft een werkneemster het recht op aanpassing van de werkplek en werktijden om te voorkomen dat zwangerschap of borstvoeding geven gevaar lopen tijdens de uitvoering van haar werk.
Zwangere vrouwen moeten gezond en veilig kunnen werken. Daarvoor zijn er allerlei wettelijke regels en:
Werkneemsters mogen geen arbeidsrisico’s lopen die gevaar opleveren voor henzelf en voor hun ongeboren kind. De werkgever moet daarom extra aandacht besteden aan werken met gevaarlijke stoffen, processen en omstandigheden. De werkgever moet:
De regels hiervoor staan in artikel 4 van het Arbobesluit. Maar ook zware fysieke arbeid kan risico’s met zich meebrengen.
De werkgever moet in de risico-inventarisatie & -evaluatie (RI&E) een passage opnemen over de specifieke risico’s die zwangere en pas bevallen vrouwen lopen tijdens het uitvoeren van hun werkzaamheden. Ook moet hij aangeven welke maatregelen hij neemt om deze risico’s weg te nemen. Hij geeft voorlichting over deze risico’s en verstrekt ook een kopie van dit deel van de RI&E aan de zwangere werkneemster zodat zij dit kan nalezen. De werkneemster kan dan ook zelf opletten dat de gezondheid van haar ongeboren kindje niet in gevaar komt. De Sociaal-Economische Raad (SER) heeft een uitgebreide Handreiking zwangerschap en werk gepubliceerd.