Als een ondernemingsraad (OR) een adviesaanvraag krijgt met betrekking tot een fusie, overname of duurzame samenwerking met een andere organisatie, zijn er een aantal aandachtspunten. De belangrijkste is dat de bestuurder de OR tijdig betrekt in het proces, zodat het advies nog invloed kan hebben.
Op grond van artikel 25, lid 1a en 1b van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) heeft de OR adviesrecht bij een fusie, overname of duurzame samenwerking. Bij de start van het proces staan er nog veel zaken open en zijn de gevolgen voor de werknemers nog niet goed te overzien. Mogelijk betekenen de veranderingen dat er banen op het spel komen te staan of dat functieomschrijvingen of arbeidsomstandigheden wijzigen. Het is voor de achterban belangrijk dat de OR in een zo vroeg mogelijk stadium meepraat over de plannen en de werknemers zo goed mogelijk vertegenwoordigt.
Hoewel elke situatie anders is, kan de OR in het geval van een fusie, overname of duurzame samenwerking de volgende lijst van vragen en aandachtspunten aflopen:
De Sociaal-Economische Raad (SER) heeft Fusiegedragsregels opgesteld, die de belangen van de werknemers bij een voorgenomen fusie beschermen. De Fusiegedragsregels gelden in principe voor Nederlandse organisaties met meer dan 50 werknemers. De OR doet er verstandig aan om na te gaan of de Fusiegedragsregels van toepassing zijn en ervoor te zorgen dat de bestuurder zich hieraan houdt.
De OR kan desgewenst een externe deskundige inschakelen (artikel 16 WOR) als hij een adviesaanvraag voor een fusie, overname of duurzame samenwerking krijgt. De kosten voor het inhuren van een externe deskundige zijn in principe voor rekening van de bestuurder (artikel 22 WOR). Voorwaarde is wel dat de OR de bestuurder hier vooraf over informeert.