Minder klachten over accountants gegrond verklaard

9 april 2024 | Door redactie

In het onlangs verschenen jaarverslag van de Accountantskamer is te lezen dat in 2023 een vergelijkbaar aantal klachten tegen accountants is ingediend als in het jaar daarvoor. Wel waren er meer klachten over het niet integer handelen van accountants en waren er relatief veel klachten over bevindingen die geen deugdelijke grondslag bleken te hebben.

De hoeveelheid ingediende klachten (artikel) tegen accountants verschilde in 2023 met 134 maar weinig van 2022, zo is te lezen in het Jaarverslag 2023 (pdf) van de Accountantskamer. In dat jaar waren 138 klachten ingediend. Ook in 2023 werden weer veel klachten ingetrokken. In 24 gevallen kwamen de partijen onderling tot een oplossing. Uiteindelijk zijn aan het einde van vorig jaar 54 klachten ingediend door de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) tegen accountants die niet zouden hebben voldaan aan hun verplichting om hun PE-portfolio voor het jaar 2022 te overleggen. Zeven klachten zijn daarna weer ingetrokken, hoogstwaarschijnlijk omdat zij alsnog aan de slag zijn gegaan met hun portfolio. De resterende klachten op het gebied van permanente educatie (vraag & antwoord) worden medio 2024 behandeld.

Verkeerde toepassing van standaard
In 2023 werden acht klachten tegen accountants wegens het niet integer handelen gegrond verklaard. In 2022 waren dit er nog vijf. Ook waren er weer relatief veel zaken waarbij accountants optraden als adviseur en bevindingen rapporteerden die geen deugdelijke grondslag hadden. In 2023 zijn verschillende klachten ingediend en gegrond verklaard over opdrachten waarop door de accountant 'Standaard 4400N Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden' op een verkeerde wijze was toegepast.

Een derde in hoger beroep
In 2023 deed de Accountantskamer in 80 zaken uitspraak. Daarvan werden 36 klachten (45%) gegrond verklaard. Dat is een afname ten opzichte van 2022 toen bijna 78% van de klachten gegrond werd verklaard. Net als in 2022 koos een derde van de partijen ervoor om in hoger beroep te gaan bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). In drie van de 18 uitspraken van het CBb werd de uitspraak van de Accountantskamer vernietigd en de klacht alsnog ongegrond verklaard. In twee zaken is de klacht deels ongegrond verklaard en in de overige zaken is de uitspraak van de Accountantskamer bekrachtigd.