De Europese privacywetgeving staat het meten van de productiviteit van werknemers niet zonder meer toe. Is de privacy van werknemers in het geding, dan kan dit de organisatie zelfs een flinke boete opleveren. De ondernemingsraad (OR) doet er daarom goed aan om erop te letten dat de werkgever de privacyregels naleeft.
Autoriteit Persoonsgegevens (AP) houdt in Nederland toezicht op de naleving van de privacyregels, die onder meer zijn vastgelegd in de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Volgens de AVG mag een werkgever het gedrag of de prestaties van werknemers alleen onder strikte voorwaarden monitoren. Zo moet in ieder geval aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
Daarnaast heeft de werkgever de instemming van de OR nodig als hij de prestaties of het gedrag van werknemers wil volgen (artikel 27, lid 1l WOR). Omdat zo’n voorziening grote gevolgen kan hebben voor de privacy en het gevoel van veiligheid van werknemers, moet de OR een instemmingsverzoek voor het monitoren van werknemers kritisch beoordelen en toetsen op de toepassing van de AVG. Mogelijk moet de werkgever ook eerst een data protection impact assessment (DPIA) (tool) uitvoeren voordat hij gegevens van werknemers mag verzamelen. Stemt de OR ermee in, dan moet de werkgever de werknemers bovendien vooraf informeren over het hoe, wat en waarom van de (mogelijke) monitoring en wat er met de verzamelde gegevens gebeurt.
Een werkgever mag werknemers niet zonder medeweten van de OR controleren, maar uit onderzoek blijkt dat dit in de praktijk wel gebeurt. De OR doet er goed aan om met de bestuurder in gesprek te gaan over de privacy van werknemers, bijvoorbeeld tijdens de overlegvergadering over de algemene gang van zaken (artikel 24 WOR). De OR kan bij de bestuurder navragen of er sprake is van controle van werknemers en met hem meedenken over alternatieve oplossingen, die minder ingrijpend zijn voor de achterban.
Houdt de organisatie zich niet aan de privacyregels, dan kan dat grote gevolgen hebben. Dat ondervond Amazon begin dit jaar. De Franse privacytoezichthouder CNIL legde Amazon een boete op van maar liefst € 32 miljoen, omdat het de productiviteit van werknemers minutieus volgde. Amazon liet werknemers onder meer meetapparatuur dragen en beoordeelde de werknemers op grond van individuele prestatierapporten. Volgens de CNIL ging Amazon hiermee veel te ver en stond de inbreuk op de privacy in geen verhouding tot het bedrijfsbelang.