Iedereen is verschillend. U moet iedere medewerker dan ook op zo’n manier aansturen dat hij zo effectief mogelijk kan werken. De theorie van het situationeel leiderschap biedt houvast met twee factoren: is iemand bekwaam genoeg om een taak uit te voeren, en is hij hiervoor gemotiveerd genoeg? Vervolgens kunt u het niveau van taakbekwaamheid bepalen.
De bekwaamheid van een medewerker gaat over de mate waarin hij een taak beheerst. Daarvoor moet u zich afvragen of hij beschikt over de juiste competenties. Heeft hij ervaring, de juiste kennis en vaardigheden? Is hij opgeleid voor de taak, en voldoende geoefend? Welke begeleiding heeft de medewerker al gehad om deze taak te kunnen uitvoeren?