‘Comfortabel zijn met het oncomfortabele’ blijkt voor werknemers vaak nogal een uitdaging. Hoe kan de leidinggevende werknemers stimuleren om uitdagingen aan te gaan en geregeld buiten hun comfortzone te treden, maar dan níet door hen in het diepe te gooien?
Richting geven aan het gedrag van werknemers betekent dat de leidinggevende de groei van die werknemers mogelijk maakt. Dat doet hij op basis van de talenten en kwaliteiten van de werknemers, maar ook op basis van de uitgangspunten en doelstellingen van de organisatie. Zo’n ondersteuning bij persoonlijke groei vraagt dat de leidinggevende het werknemers mogelijk maakt om zich comfortabel te voelen met het oncomfortabele; pas dan kunnen ze échte stappen z