Als een werknemer overweegt om naar de concurrent over te stappen, twijfelt u waarschijnlijk aan zijn loyaliteit aan uw organisatie. U bent hem misschien zelfs liever kwijt dan rijk. Maar alleen twijfelen aan de loyaliteit is niet genoeg om de arbeidsovereenkomst te laten ontbinden. Dit bleek uit een uitspraak van de kantonrechter in Utrecht.
In de zaak ging het om een werkneemster die aan haar werkgever vroeg of hij het concurrentiebeding wilde laten vervallen. Toen de werkgever dit met de werkneemster besprak, kwam hij erachter dat de werkneemster al in een vergevorderd stadium van de sollicitatieprocedure was met een concurrent. Hierna deelde de werkgever mee dat hij de werkneemster gewoon aan het concurrentiebeding zou houden en stelde haar op non-actief. Vervolgens vroeg de werkgever de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst te ontbinden omdat er sprake was van een vertrouwensbreuk.
De kantonrechter vond dat de werkgever terecht twijfelde aan de betrouwbaarheid van de werkneemster. Toch was alleen die twijfel voor de kantonrechter onvoldoende reden om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Hij vond dat de werkneemster niet met kwade bedoelingen had gehandeld. Bovendien had ze haar werkgever gewoon rechtstreeks gevraagd om het concurrentiebeding te laten vervallen. Dit leidde ertoe dat het verzoek van de werkgever werd afgewezen en de arbeidsovereenkomst niet werd ontbonden. Het concurrentiebeding bleef gelden.
Kantonrechter Utrecht, 14 maart 2013, ECLI (verkort): 2700