Volgens Gerechtshof Den Haag bent u nooit te druk om melding te doen van betalingsonmacht. Als de fiscus u aansprakelijk stelt voor de openstaande belastingschuld van uw bv, komt u er niet mee weg door u te beroepen op drukke werkzaamheden.
In een recente zaak draaide het om een stichting die enig aandeelhouder en bestuurder was van een bv. Over de tijdvakken mei 2011 tot en met september 2012 had de bv de verschuldigde loonheffingen niet betaald. Bovendien was de bv nog BTW schuldig over juli 2011 tot en met augustus 2012. Pas op 3 juli 2012 deed de bv melding van betalingsonmacht. Daarom was de melding alleen tijdig voor mei 2012 tot en met augustus 2012. De fiscus stelde de bestuurder van de stichting aansprakelijk voor de rest. Die was het er niet mee eens en stapte naar de rechter.
Voor de rechter betoogde de bestuurder dat niet hij, maar de stichting aansprakelijk gesteld had moeten worden voor de belastingschuld. De stichting was immers de bestuurder van de bv. Maar volgens de Invorderingswet mag een ontstane belastingschuld verhaald worden op degene die beleidsbepalend is geweest voor de onderneming waar de belastingschuld is ontstaan, als ware hij de bestuurder. Daarnaast stelde de bestuurder dat hij door zijn drukke werkzaamheden niet in staat was geweest om betalingsonmacht te melden. Dit kon hij volgens de rechter echter niet overtuigend bewijzen waardoor de bestuurder niet onder de aansprakelijkheid uit kwam.
Gerechtshof Den Haag, 1 april 2014, ECLI (verkort): 3019