Stel u verdenkt uw werknemer ervan vertrouwelijke informatie door te spelen aan uw concurrent. U leest zijn privémail en u heeft zowaar gelijk. Dit bewijsmateriaal kan aanleiding zijn voor een dringend ontslag. De keerzijde van de medaille? U riskeert wel een boete door uw gesnuffel.
Onlangs diende een kortgedingprocedure bij Rechtbank Amsterdam, waarin de hoofdrolspeler een werknemer was die aan zijn werkgever had verteld dat hij bij een concurrent aan de slag wilde. De werkgever had het nieuws aangehoord en kort daarna aan de werknemer gevraagd of hij zijn laptop wilde inleveren voor een software-update. De werknemer was zich van geen kwaad bewust en leverde niet alleen zijn laptop tijdelijk in, maar ook zijn telefoon. De werkgever liet het echter niet bij een software-update: hij bekeek op zowel de laptop als de telefoon privéberichten van de werknemer, waaronder zijn e-mails in Gmail en zijn berichten in WhatsApp. Hierbij ontdekte de werkgever dat de werknemer veelvuldig contact had met een concurrent en vertrouwelijke bedrijfsinformatie had doorgespeeld. De werkgever ontsloeg de werknemer op staande voet.
De werknemer pikte het gesnuffel van zijn werkgever niet en stapte naar de kantonrechter. De rechter gaf hem gelijk. De manier waarop de werkgever bewijsmateriaal voor het ontslag had verzameld, was een ernstige schending van de privacyrechten van de werknemer. De werkgever had zonder aanleiding en melding aan de werknemer gehandeld. Dat hij hierbij ook de privéberichten van de werknemer had bekeken, verergerde de zaak. De werkgever moest daarom een schadevergoeding van € 7.500 betalen. De werknemer was echter evengoed fout doordat hij zich niet had gehouden aan het geheimhoudings- en nevenwerkzaamhedenbeding uit zijn arbeidsovereenkomst. Zijn ontslag houdt daarom bij een bodemprocedure waarschijnlijk stand.
Rechtbank Amsterdam, 12 mei 2014, ECLI (verkort): 2751