Er wordt een schriftelijke aanzegtermijn ingevoerd voor tijdelijke contracten van zes maanden of langer. De wettelijke aanzegtermijn van één maand is onderdeel van de Wet werk en zekerheid die onlangs door de Tweede Kamer is aangenomen. De aanzegtermijn biedt medewerkers sneller duidelijkheid over de vraag of ze na afloop van het tijdelijke contract wel of niet verlenging krijgen.
Per 1 juli 2014 moet u één maand voor afloop van een tijdelijk contract schriftelijk aan een medewerker laten weten of u het contract verlengt en onder welke voorwaarden. Door een schriftelijke aanzegtermijn in te voeren voor tijdelijke contracten van zes maanden of langer, is het voor medewerkers met een tijdelijk contract eerder duidelijk of ze op zoek moeten naar ander werk na afloop van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. De regering hoopt dat mensen hierdoor minder snel een beroep doen op een werkloosheidsuitkering. De aanzegtermijn geldt overigens niet voor uitzendkrachten.
Het is toegestaan om al direct bij indiensttreding aan de medewerker te melden dat u de arbeidsovereenkomst niet zult verlengen. De medewerker weet dan ook meteen dat hij moet blijven solliciteren. Heeft u wel aangegeven dat u het contract wilt verlengen, maar niet onder welke voorwaarden en de medewerker werkt gewoon door nadat het tijdelijke contract is verstreken, dan wordt de arbeidsovereenkomst verlengd voor dezelfde periode (maar maximaal één jaar) en onder dezelfde voorwaarden. U hoeft een medewerker niet schriftelijk in te lichten over het einde van zijn contract als de einddatum afhangt van bijvoorbeeld het einde van een project. Het is dan immers lastig om van tevoren al een einddatum te bepalen.
Wilt u het contract niet verlengen maar vergeet u om het op te zeggen, dan moet u de medewerker een vergoeding betalen van één maandsalaris. Bent u te laat met aanzeggen, dan moet u een vergoeding naar rato betalen. Meldt u bijvoorbeeld pas twee weken voorafgaand aan de einddatum van het tijdelijke contract dat u het contract niet wilt verlengen, dan moet u de medewerker twee weken loon betalen. De medewerker moet hier dan wel zelf een beroep op doen binnen twee maanden na beëindiging van het contract.
De aanzegtermijn wordt per 1 juli 2014 ingevoerd, maar voor bestaande contracten geldt een overgangsregeling: voor contracten die binnen één maand na invoering van de aanzegplicht eindigen, heeft u geen aanzegplicht.
Het wetsvoorstel Werk en zekerheid ligt nog voor goedkeuring bij de Eerste Kamer. Als deze instemt, gaan de maatregelen voor flexkrachten (zoals de invoering van de aanzegtermijn en het verdwijnen van de proeftijd en het concurrentiebeding in tijdelijke contracten) al per 1 juli 2014 in. De hervorming van het ontslagrecht en de inkorting van de ketenbepaling worden pas per 1 juli 2015 van kracht.