Als u als directeur-grootaandeelhouder (dga) een vergoeding ontvangt, omdat u een deel van de winstgerechtigheid in uw bv verschuift, dan moet u zich wel realiseren het hier om een belast voordeel gaat. Het gaat dan ook niet om vervangende onbelaste inkomsten, zo blijkt uit een recent arrest van de Hoge Raad.
De zaak draaide om drie broers, die een aanmerkelijk belang hadden in een bv. Zij hadden ook gezamenlijk het volledige belang in een beheersmaatschappij, die de overige aandelen hield in de bv. De aandeelhouders waren overeengekomen dat de winstgerechtigheid van de broers zou afnemen met € 4.537.802 en dat het winstrecht van de beheersmaatschappij met hetzelfde bedrag zou toenemen. De broers ontvingen een vergoeding van € 4.537.802 voor het meewerken en de lagere toekomstige dividendinkomsten. De inspecteur vond dat de vergoeding een belast vervreemdingsvoordeel was. Volgens de broers behoorde de vergoeding tot de vervangende inkomsten, die niet belast waren.
De Hoge Raad vond echter dat er geen sprake was van vervangende inkomsten. De voordelen die de broers behaalden met de vervreemding van rechten die in de aandelen besloten lagen, waren namelijk ook vervreemdingsvoordelen uit aanmerkelijk belang. De vergoeding was dus gewoon belast in box 2. Volgens de Hoge Raad was er geen reden om uit te gaan van onbelaste vervangende inkomsten.
Hoge Raad, 12 oktober 2012, LJN: BW4761