Wettelijk onderscheid tussen rust- en werktijd

20 december 2012 | Door redactie

Sinds kort staat duidelijker in de wet in welke gevallen er sprake is van werktijd en wanneer uren onder het begrip rusttijd vallen. De Eerste Kamer is hier eind oktober als laatste mee akkoord gegaan.

Eerder dit jaar kon u in het bericht ‘Wijziging ATW met nieuwe definitie arbeidstijd’ al lezen over de plannen van de regering om de begrippen ‘arbeidstijd’ en ‘rusttijd’ in te wet vast te leggen. Aanleiding voor de wetswijziging waren een aantal rechtszaken waarin onduidelijkheid was ontstaan over wat wel en niet onder werktijd valt. In de praktijk verschillen werkgever en werknemer bijvoorbeeld wel eens over de vraag of reizen van en naar het werk als werktijd kwalificeren.

Verplicht gehoor geven aan mogelijke oproep

In de wet staat voortaan dat arbeidstijd de tijd is dat de werknemer ‘onder gezag van de werkgever’ arbeid verricht. Daarbij geldt dat arbeid niet per se het verrichten van (de gebruikelijke) werkzaamheden hoeft te zijn. De uren die een arts ’s nachts in het ziekenhuis doorbrengt omdat hij oproepbaar moet zijn, vallen bijvoorbeeld onder arbeidstijd, ook als hij tijdens deze wachtdienst slaapt. In die situatie is er immers sprake van een gezagsrelatie: de arts is verplicht om gehoor te geven aan een mogelijke oproep.
Die gezagsrelatie was tot nog toe niet expliciet opgenomen in de wet. Door de wijziging van de Arbeidstijdenwet (pdf) is dit nu beter afgebakend.

Reist de werknemer onder gezag van de werkgever?

Of reistijd als arbeidstijd geldt en uw onderneming reisuren als arbeidsuren moet uitbetalen, hangt af van de vraag of de werknemer die reis ‘onder gezag’ van de werkgever aflegt. Met andere woorden: staat de werknemer tijdens die reis ter beschikking van de werkgever? Overigens kunnen hierover ook bepalingen zijn opgenomen in uw cao of personeelsregeling. De Arbeidstijdenwet geeft alleen regels voor arbeids- en rusttijden.