Schaarste op de arbeidsmarkt, voortdurend vernieuwen en werkdrukte: voor een werkgever is het dus een slimme strategie om te bevorderen dat z’n mensen gezond blijven. Misschien is het zelfs mogelijk om te realiseren dat ze vitaler worden. PAGO en PMO zijn veel genoemde middelen om dit te bewerkstelligen. Waar gaat dat om, en wat kunt u als arboprofessional adviseren?
Dit verdiepingsartikel wordt u aangeboden door Rendement online.
In arbeidsorganisaties is er veel aandacht voor de paar procent werknemers met problematisch ziekteverzuim. Als het goed is, let de werkgever ook op de pakweg 25% die nog niet in die categorie valt, maar wel ‘onderweg’ is. De grote bulk van werknemers krijgt qua preventie vaak weinig belangstelling. De Arbowet verplicht daar wel toe!
Volgens artikel 18 moet de werkgever de werknemers regelmatig de gelegenheid bieden onderzocht te worden door de bedrijfsarts. Die aanpak is erop gericht ‘de risico’s die de arbeid voor de gezondheid van de werknemers met zich meebrengt zo veel mogelijk te voorkomen of te beperken’. De RI&E moet uitwijzen hoe vaak precies zo’n Periodiek Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek nodig is en waar dat dan over moet gaan. Het Arbobesluit bevat voor allerlei risico’s aanvullende verplichtingen tot (P)AGO. Dit soms ook vóór de eerste keer dat een werknemer bezig is met gevaarlijke stoffen, biologische agentia en andere ‘grote’ risico’s. De werkgever heeft de wettelijke plicht dit aan te bieden. De werknemer hoeft niet op het aanbod in te gaan, tenzij dit bij de arbeidsovereenkomst is afgesproken. Dit vanwege het beginsel in de grondwet dat mensen zélf beslissen over medische handelingen.
Andere wetgeving kan de werknemer wel dwingen tot onderzoek door een bedrijfsarts. Zo moet een beroepschauffeur regelmatig zijn gezichts- en reactievermogen laten testen vanwege de verkeersveiligheid. De werkgever betaalt dit, en verbreden naar een PAGO is nuttig. Wat als die chauffeur dikker wordt? De bedrijfsarts mag eigenlijk pas iets zeggen als de chauffeur al te dik ís om nog achter het stuur te passen. Het PAGO is wettelijk beperkt tot risico’s door en voor het werk. Het is alweer even geleden dat de beroepsvereniging van bedrijfsartsen het Preventief Medisch Onderzoek introduceerde. Dat gaat ook over gezondheidsrisico’s door leefstijl van de werknemer en over zijn toekomst in het werk. Het PMO aanbieden is geen wettelijke verplichting voor de werkgever. Als een organisatie al een PAGO laat doen, is dit tegen bescheiden meerkosten uit te breiden naar een PMO. De twee begrippen worden helaas vaak door elkaar gebruikt. Zowel PMO als PAGO bestaan gewoonlijk uit:
De werkgever krijgt een totaalbeeld van de gezondheid van z’n mensen, uiteraard anoniem, met zorgpunten en aanbevelingen voor verbetering.
De bouw is één van de weinige sectoren in Nederland die z’n werknemers al heel lang onderzoek aanbiedt. Men noemt het PAGO, maar het is feitelijk PMO dat werknemers eens per 4 jaar (ouderen per 2 jaar) konden ondergaan. Bijna de helft benutte het aanbod, 50-plussers wat vaker. Het totaaloverzicht heeft de sector geholpen te prioriteren voor het tegengaan van risico’s. Het werkvermogen van de bouwvakkers is gedurende de jaren bewezen beter geworden: lawaaidoofheid bijvoorbeeld komt minder voor. Het vervolg dat werknemers aan het PAGO/PMO gaven, bleek matig. Soms deden maar enkele procenten van hen iets met de uitkomsten.
Sinds het najaar 2016 heeft het sectorinstituut Volandis een nieuwe aanpak. Die geeft u als arboprofessional inspiratie, en misschien is het een model voor uw HR-adviseurs. Het kader beschrijft dit. Wetenschappers in de bedrijfsgezondheidszorg doen onderzoek naar PAGO en PMO. Uit al die ervaringen zijn een aantal factoren te destilleren die succes opleveren voor organisaties die PAGO en PMO toepassen.
Het kan verstandig zijn op te bouwen en een eerste keer alleen oudere werknemers uit te nodigen. PAGO en PMO zijn geen instrumenten met snelle winst. Ze vereisen geduld en volharding: een van uw kernkwaliteiten.
In de cao ‘bouw en infra’ is het als volgt geregeld. De werknemer krijgt volgend op het PAGO/PMO een gesprek met een adviseur van Volandis. Die bespreekt hoe de werknemer duurzaam kan blijven werken binnen de bedrijfstak. De gespreksthema’s zijn: werk veilig, houd plezier, kijk vooruit. Dit heet DIA: Duurzame Inzetbaarheidsanalyse.
De adviseurs enthousiasmeren waar mogelijk tot vervolgactiviteiten. Zegt de werknemer dat alles goed gaat? De getrainde adviseur helpt hem onderkennen waardoor het goed gaat en of dat zo blijft. De werknemer krijgt een medisch rapport en een actieplan thuisgestuurd. Hij kan daarna zelf kiezen en budget krijgen voor bijvoorbeeld leefstijl- of werkadvies, een opleiding of ontwikkeltraject of stresscoaching. Het aanbod is ruim: mensen kunnen bijvoorbeeld ook vergoeding krijgen voor loopbaanadvies en -coaching door een vakbond. Volandis durft als streefcijfer voor 2020 in te zetten op een deelname van 80% van de werknemers. Bijna de helft van de werknemers ging na PAGO/PMO door naar adviesgesprekken. De adviseurs oordelen dat bij 40% van hen actie nodig is, en zij krijgen dan ook een actieve doorverwijzing. De vervolgacties kunnen heel verschillend zijn: een paar werknemers laten zich voorlichten over (pre)pensioen, enkelen willen medische consultering of fysiotherapie, velen gaan voor loopbaanadvies en -begeleiding, sommigen kiezen heel lange opleidingen die pas een volgend jaar beschikbaar zijn.
Het is dus nog te vroeg om te zeggen hoe mensen adviezen oppakken. Uit peiling blijkt dat de werknemers vrijwel allemaal positief over de DIA zijn: de adviesgesprekken krijgen gemiddeld een score van 7,5!
www.volandis.nl