VERDIEPINGSARTIKEL

Lijsten vol aftrekbare bedrijfsmiddelen

3 januari 2024 5 minuten Door redactie

Ondernemers steken steeds meer geld in verduurzaming, niet in de laatste plaats omdat klanten daar om vragen. En u heeft uiteraard het beste voor met de planeet, maar een financiële steun in de rug van de overheid is natuurlijk nooit weg. U mag dan ook een deel van de investering in energiezuinige of milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen in aftrek brengen. Zolang ze tenminste op de goede lijst staan.



Belastingkorting op duurzame investeringen regelt u via de energie-investeringsaftrek (EIA) en de milieu-investeringsaftrek (MIA). Verder is er de Vamil-regeling, een extra willekeurige afschrijving die u van de winst mag aftrekken. De voorwaarden en regels voor de toepassing van de regelingen ziet u in deze infographic op Rendement Online.

De EIA krijgt u alleen voor investeringen in bedrijfsmiddelen die op de Energielijst staan. Voor de MIA en Vamil geldt de Milieulijst. Deze lijsten worden elk jaar vastgesteld en er staan de meest uiteenlopende producten op. Wat te denken van een elektrisch frituurtoestel (voor de horeca) of een drukvormwasinstallatie voor zeefdrukvormen?

Combinatie van MIA en Vamil

Voor zowel de EIA als de MIA geldt dat het moet gaan om een investering van minimaal € 2.500. De mogelijke investeringen op de Milieulijst hebben een lettercode, van A tot en met G. Die staan voor de hoogte van de MIA-aftrek (45%, 36% of 27%) en of de combinatie met de Vamil mogelijk is. Code F is procentueel het interessantst, want dat is de combinatie van 45% MIA en 75% Vamil. Voor de EIA geldt één aftrekpercentage, van 40% (zie ook de rekenvoorbeelden onderaan deze pagina).

Hoe kom ik op die lijst?

Als uw onderneming zelf innovatieve technieken verkoopt, kunt u ook proberen om die op de Energielijst of de Milieulijst te krijgen. U kunt een voorstel doen voor beide lijsten via een digitaal formulier van uitvoerder RVO. Wel moet gezegd dat u behoorlijk wat informatie moet aanleveren, zoals een onderbouwde berekening van de terugverdientijd.

Lijsten als inspiratiebron gebruiken 

Hoewel de Energielijst en de Milieulijst soms nogal uitblinken in technische details, kunnen ze u ook helpen aan ideeën voor verdere verduurzaming. Zo staan onder de code A 6221 ‘gerefurbishte plafondplaten’ op de Milieulijst. Mocht u een systeemplafond willen vervangen, dan kan het lonen om te zoeken naar deze platen. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor betontegels van minstens 75% gerecycled materiaal (code A 6214) voor uw parkeerplaats. Om maar aan te geven: als u zoekt naar een duurzamer alternatief ter vervanging van iets bestaands, kunt u de lijsten ook als inspiratiebron gebruiken.

Geen concrete merken

Op de twee lijsten staan geen concrete merken. Terwijl dat wel handig is als u een nieuwe elektrische bestelbus wilt kopen. Om wat meer richting te geven, heeft uitvoerder RVO ook enkele ‘positieve lijsten’ (zie de website van de RVO) voor de MIA/Vamil. Daarop staan onder meer elektrische bestelauto’s waarvan de RVO weet dat ze aan de eisen voldoen. Tegelijk staat er keurig bij dat u aan vermelding op de positieve lijst geen rechten kunt ontlenen. Navraag doen en eventueel overleggen met de RVO blijft dus het devies vóór u definitief gaat investeren.

Rekenvoorbeelden EIA en MIA

Deze (versimpelde) rekenvoorbeelden, mede gebaseerd op informatie van de RVO, gaan uit van een VPB-plichtige bv. De winst is € 150.000 en valt in het lage VPB-tarief van 19%. Het investeringsbedrag is € 15.000.

 

EIA:

  • Aftrekpercentage is 40%, dus aftrek is € 6.000.
  • Fiscale winst voor belasting is € 143.175, dus de bv betaalt € 27.203,25 aan VPB (19% x € 143.175). Zonder aftrek zou dit € 28.243,75 zijn.
  • Belastingvoordeel: € 1.040 Dat is 6,93% van het investeringsbedrag.

MIA:

  • Aftrekpercentage is 36%, dus aftrek is € 5.400.
  • Fiscale winst voor belasting is € 144.600, dus VPB-rekening is € 27.474 (19% x € 144.600). Zonder aftrek zou het € 28.500 zijn.
  • Belastingvoordeel: € 1.026 (€ 28.500 - € 27.474). Dat is 6,8% van het investeringsbedrag.