De Balanced scorecard (BSC) een veelgebruikte methode om een organisatie in kaart te brengen. De methode vertaalt strategische doelen van een organisatie in concrete, meetbare resultaten. De BSC benoemt deze en meet hun invloed. Een BSC heeft 20 tot 25 prestatiemotoren en resultaatmetingen. Hoe werkt de BSC?
De BSC is een logisch geheel van oorzaken (prestatiemotoren genoemd) en gevolgen, die gemeten worden met financiële en niet-financiële indicatoren. Ze zijn gebaseerd op de kritieke succesfactoren voor het realiseren van de strategie. De kracht van de BSC zit in de volstrekt logische opbouw van de vier onderdelen:
De meting van een prestatiemotor bestaat uit een doelstelling, een kengetal om deze doelstelling te meten, een streefcijfer voor het kengetal en initiatieven om de doelstelling te halen. Kengetallen voor financiers zijn bijvoorbeeld debiteuren- en voorraaddagen, solvabiliteit en rentabiliteit van het eigen en vreemd vermogen. Kengetallen over interne processen zijn de doorlooptijd van een productieproces of personeelskosten ten opzichte van omzet. Door in kaart te brengen wat de kernelementen van de organisatie zijn, is te analyseren waar de belangrijkste kwetsbaarheden liggen. Zo is op voorhand uit te denken wat organsiaties moeten doenals een crisis dreigt (verdiepingsartikel). Het toepassen van de BSC bevordert dus ook de bedrijfscontinuïteit.
Als voorbeeldde toepassing van BSC voor een accountantskantoor. De volgende punten zouden het aan de orde kunnen komen: