Startdatum strengere regels turboliquidatie is 'hard'

5 februari 2024 | Door redactie

Sinds 15 november 2023 gelden er strengere regels voor zogeheten turboliquidaties van bijvoorbeeld bv's. Die startdatum is een harde grens, zo bevestigt een recente rechtszaak. Want een bv die op 14 november 2023 is ontbonden, hoeft van de rechter niet aan de regels te voldoen.

De turboliquidatie is één van de wegen die een bestuurder van een bv kan bewandelen om de onderneming zelf op te heffen, ofwel te liquideren (artikel). In tegenstelling tot de reguliere liquidatieprocedure, is een turboliquidatie (artikel) heel snel gepiept. Een voorwaarde is dat de onderneming geen baten meer heeft, maar verder is het een kwestie van een formulier invullen om de bv te ontbinden.

Nieuwe regels turboliquidatie bv

Voor ondernemers die bijvoorbeeld een lege bv willen opruimen (artikel) scheelt een turboliquidatie dus een hoop tijd en geld. Maar tegelijkertijd is het voor schuldeisers een ondoorzichtig proces. De bestuurder hoefde eerder namelijk niemand op de hoogte te stellen van de turboliquidatie. Daardoor kon het gebeuren dat schuldeisers er pas na lange tijd achter kwamen dat de bv was verdwenen, en viel er in de praktijk niets meer te halen.
De nieuwe regels die sinds 15 november 2023 gelden moeten daar wat aan doen. Bestuurders die een turboliquidatie uitvoeren zijn nu verplicht om binnen 14 dagen financiële stukken te deponeren bij de Kamer van Koophandel en schuldeisers ook actief te wijzen op die stukken. Zij kunnen dan eventueel nog actie ondernemen om hun vordering nog te gelde te maken. Als zij kunnen aantonen dat er mogelijk toch nog baten in de opgeheven bv zitten, kan de rechter eventueel alsnog een faillissement uitspreken. Dan kan een curator nog kijken of er inderdaad nog wat te verdelen valt.

Nog wel een bate: vordering op ex-bestuurder

Zo'n procedure speelde onlangs bij de rechtbank in Rotterdam. Het ging om een bv die een kantoorruimte huurde, maar de huur onbetaald liet. De huurschuld bij de verhuurder liep in vijf maanden tijd op tot ruim € 14.000. De verhuurder vroeg de rechtbank om het faillissement van de bv uit te spreken, zodat een curator de gang van zaken zou kunnen onderzoeken. Volgens de verhuurder waren er aanwijzingen dat de bestuurder persoonlijk aansprakelijk was voor het faillissement. En dus zat er nog wel degelijk een bate in de bv. Namelijk een vordering op de voormalige bestuurder. Bovendien had de bestuurder de nieuwe voorschriften voor turboliquidaties niet in acht genomen, want er waren geen stukken gedeponeerd en er was geen melding gedaan aan schuldeisers. De huurder had zich alleen verweerd door te melden dat de bv per 14 november 2023 was uitgeschreven bij de Kamer van Koophandel vanwege bedrijfsbeëindiging.

Te weinig grond voor bestuurdersaansprakelijkheid

De rechtbank ging echter niet mee in de eis van de verhuurder. Dat er in korte tijd een hoge huurschuld was ontstaan en dat de verhuurder vermoedde dat de administratie van de bv niet deugde was niet voldoende om aan te nemen dat er sprake was van mogelijke bestuurdersaansprakelijkheid. Daarom was er ook geen mogelijke bate in de vorm van een vordering op de voormalige bestuurder en dus geen reden om een faillissement uit te spreken.
De rechter stelde verder vast dat de nieuwe regels voor turboliquidaties niet van toepassing zijn op ontbindingen die hebben plaatsgevonden vóór de inwerkingtreding van de wet op 15 november 2023. En omdat deze bv al op 14 november 2023 was ontbonden, golden de nieuwe voorschriften dus ook niet.
Rechtbank Rotterdam, 16 januari 2024, ECLI (verkort): 191