Werkgevers die werknemers een auto van de zaak aanbieden, kunnen die kopen of leasen. De keuze heeft gevolgen voor het eigenaarschap en de kosten. Wat zijn nu precies de verschillen?
Als werknemers voor het werk regelmatig op pad moeten, is een auto van de zaak op zijn plaats. Maar bij deze arbeidsvoorwaarde (tool) komt wel wat kijken. Koopt de werkgever de auto, dan is hij meteen juridisch eigenaar van het voertuig. Daarmee komt het op de balans (tool) van de organisatie te staan. De gebruikskosten van de auto, zoals schade en afschrijvingen, kan de werkgever van de fiscale winst aftrekken.
Wil of kan de werkgever niet in één keer een groot bedrag investeren in een auto van de zaak, dan is leasen handiger dan kopen (tool). Bij lease is de organisatie niet de juridisch eigenaar, maar soms wel de economisch eigenaar. Lease is een vorm van (huur)koop waarbij de werkgever maandelijks een bedrag aan de leasemaatschappij betaalt. Er zijn twee leasevarianten te onderscheiden: operational lease en financial lease.
De organisatie kan ook kiezen voor een variant die het midden houdt tussen netto operational en full operational lease. Heeft een werknemer maar incidenteel een auto nodig voor het werk, dan is een auto huren voordeliger dan leasen, omdat de organisatie dan geen langdurig contract hoeft aan te gaan.
Meer informatie over de afspraken en administratie van de auto van de zaak vindt u in de toolbox Stel een auto van de zaak ter beschikking in zeven stappen.