Het ministerie van Financiën heeft documenten openbaar gemaakt waaruit blijkt wanneer een bestelauto (nagenoeg) uitsluitend geschikt is voor het vervoeren van goederen. Als dat het geval is, mogen werkgevers de bijtelling voor privégebruik achterwege laten.
In principe geldt voor bestelauto’s van de zaak (tool) die aan een werknemer beschikbaar gesteld worden, net als voor personenauto’s dat de werkgever een bijtelling op het loon van die werknemer moet toepassen. Die bijtelling mag achterwege blijven (tool) als een bestelauto naar en aard en inrichting (nagenoeg) uitsluitend geschikt is voor goederenvervoer. Uit twee recent gepubliceerde documenten blijkt wanneer dat het geval is.
De criteria die bepalen of een bestelauto uitsluitend geschikt is voor goederenvervoer zijn de laatste jaren in rechtszaken uitgebreid. Onder meer de bijrijdersstoel blijkt een belangrijke rol te spelen. Volgens het Landelijk coördinatiecentrum auto (LCA) – dat onderdeel is van de Belastingdienst – zijn op dit moment de volgende categorieën bestelauto’s (nagenoeg) uitsluitend geschikt voor het vervoer van goederen:
In enkele gevallen hebben rechters geoordeeld dat bestelauto’s die vies en stoffig waren en waarvan de bijrijdersstoel functioneel is voor het laden en lossen van goederen ook kunnen worden aangemerkt als bestelauto’s die naar aard of inrichting (nagenoeg) uitsluitend geschikt zijn voor het vervoer van goederen. Het moet daarbij wel gaan om ernstige vervuiling of stank die niet eenvoudig met wassen en stofzuigen is te verwijderen.