Advocaat-Generaal (AG) IJzerman van de Hoge Raad heeft in drie van de vier proefprocedures over de BTW en het privégebruik van de auto van de zaak aangegeven dat het cassatieberoep ongegrond moet worden verklaard.
Sinds 1 juli 2011 geldt er een nieuw systeem voor het bepalen van de BTW-correctie (tool) voor het privégebruik van de auto van de zaak. Uw organisatie moet uitgaan van een BTW-correctie op basis van het werkelijk gebruik van de auto of kiezen voor het forfait van 2,7% van de catalogusprijs van de auto (inclusief BTW en BPM). De Belastingdienst heeft veel bezwaarschriften ontvangen tegen deze correctieberekening. De proefprocedures lopen nu nog steeds. De bezwaarschriften worden aangehouden totdat de hoogste rechter zich erover heeft uitgesproken.
De AG heeft nu ten aanzien van deze proefprocedures geconcludeerd tot ongegrondverklaring van drie van de vier procedures. Voor wat betreft de vierde zaak heeft de AG geadviseerd deze te verwijzen. Dan moet de vraag worden beantwoord of voor vier bestelauto’s de BTW-correctie privégebruik auto vanwege de bedrijfsmatige noodzaak tot terbeschikkingstelling achterwege kan blijven. Hierbij moet de rechter kijken of de belanghebbende voor een goede bedrijfsvoering geen andere reële keuze had dan de bestelauto’s ook voor privégebruik woon-werkverkeer ter beschikking te stellen.
Heeft uw organisatie voor 2011, 2012, 2013 of 2014 al een bezwaarschrift ingediend, dan hoeft er voor 2015 geen apart bezwaarschrift ingediend te worden. De inspecteur trekt dat bezwaarschrift gewoon door naar 2015.
Parket bij de Hoge Raad, 8 maart 2016, ECLI: (verkort) 88