Ook geen 0% BTW-correctie voor zuinige auto

23 augustus 2012 | Door redactie

De wetgever mag geen onderscheid meer maken tussen zuinige en onzuinige auto's bij het bepalen van de BTW-correctie voor het privégebruik van de auto van de zaak. Per 1 juli 2011 is dit onderscheid uit de wet verdwenen. Dat het verbod op onderscheid ook geldt voor situaties voor 1 juli 2011 blijkt uit een recente uitspraak van de rechtbank in Breda. Het is echter niet zo dat u dus mag aansluiten bij de 0%-correctie van de elektrische auto.

Op 1 juni 2011 deed de rechtbank Haarlem een uitspraak, wat in het verkeerde keelgat viel. Het was zelfs nodig om de wet op dit punt aan te passen. U hoeft voor de BTW-correctie niet meer aan te sluiten bij de bijtelling in de loonbelasting en inkomstenbelasting. De BTW-correctie kunt u bepalen op basis van het werkelijk gebruik of op basis van een forfait van 2,7%. De wijziging is ingegaan op 1 juli 2011. Deze zaak van rechtbank Breda zag op de situatie van vóór 1 juli 2011. De onderneming rekende geen bijtelling tot het loon van de werknemer en nam dus ook geen BTW-correctie op in de aangifte.

Er was geen duidelijk onderscheid

De inspecteur ontdekte dit bij een boekenonderzoek en legde om die reden naheffingsaanslagen loonheffingen en BTW op. Hier was de ondernemer het niet mee eens en ging naar de rechter. Hij vond dat de Belastingdienst voor de BTW-correctie geen onderscheid mocht maken op basis van de zuinigheid van de auto. Eigenlijk moest de fiscus aansluiting zoeken bij de bijtelling van 0% voor een elektrische auto. Zo ver wilden de rechters niet gaan. Er was namelijk wel een duidelijk onderscheid tussen de auto’s met een verbrandingsmotor en auto’s met een elektrische motor. Het onderscheid tussen onzuinige auto's en zuinige auto's voor de BTW-correctie vond de rechtbank wel onterecht. Ook voor milieuvriendelijke auto’s gold immers dat ze kosten moesten maken. Een verschillende correctie voor het privégebruik was dan niet terecht. De onderneming mocht een lagere bijtelling rekenen van 14% voor de berekening van de BTW-correctie, luidde het oordeel van de rechtbank.
Rechtbank Breda, 15 juni 2012, LJN: BX4254