De aankoopkosten van een deelneming mag u niet aftrekken van de winst van uw bv. Dit aftrekverbod geldt ook als uw bv bij aankoop van een deelneming direct een fiscale eenheid vennootschapsbelasting aangaat. Volgens Advocaat-Generaal Wattel heeft er dan vlak voor het aangaan van de fiscale eenheid namelijk een deelneming bestaan.
Het ging in deze zaak om een in mei 2003 opgerichte moeder-bv. Deze bv kocht in juni van dat jaar alle aandelen van een dochter-bv op in verband met een reorganisatie. De bv's verzochten de fiscus om toepassing van de fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting vanaf het moment van aankoop. De Belastingdienst ging hiermee akkoord. De moeder-bv vond dat de aankoopkosten aftrekbaar waren, omdat de deelnemingsvrijstelling nu niet van toepassing was. De beide bv's waren immers vanaf het moment van aankoop in een fiscale eenheid gevoegd. De inspecteur was het hier niet mee eens. De rechtbank in Den Haag besliste dat de aankoop van de dochter-bv en de voeging in de fiscale eenheid niet samenvielen en dus de aankoopkosten niet aftrekbaar waren. De moeder-bv ging tegen deze beslissing in sprongcassatie.
Aankoopkosten dochter-bv onderdeel van kostprijs
Het is de bedoeling van de wetgever om de aankoopkosten van een deelneming van aftrek uit te sluiten. Bij de directe voeging van de dochter-bv in een fiscale eenheid bestond er op een ondeelbaar moment een deelneming. Volgens de Advocaat-Generaal zijn de aankoopkosten van de dochter-bv hierdoor uitgesloten van aftrek. Daarnaast moest de moeder-bv de aankoopkosten van de dochter-bv als onderdeel van de kostprijs activeren. Bij voeging in de fiscale eenheid verdwenen deze aankoopkosten. Op de balans van de eenheid stond dan niet langer het belang in de dochter, maar alleen de fiscale boekwaarden van de activa en passiva van de dochter. De aankoopkosten zijn volgens hem dan ook niet aftrekbaar.
Advocaat-Generaal, 20 januari 2011, LJN: BP3879