Aansprakelijkheid fe BTW stopt pas als fiscus einde weet

28 november 2022 | Door redactie

De hoofdelijke aansprakelijkheid voor schulden van de fiscale eenheid (fe) voor de BTW eindigt pas als is doorgegeven aan de Belastingdienst dat de fe is geëindigd of als het uittreden van een vennootschap uit de fe bekend is geworden bij de fiscus.

Van een fe voor de BTW is sprake als aan de verwevenheidseisen is voldaan. Vereist is dat de BTW-ondernemers met elkaar zijn verweven op financieel, organisatorisch en economisch vlak. Is aan deze drie voorwaarden voldaan, dan is er van rechtswege een fe voor de BTW ontstaan. Het zijn van een fe voor de BTW is geen keuze. Er is geen beschikking van de Belastingdienst nodig (V&A) voor het ontstaan van een fe voor de BTW. Maar deze beschikking is wel bij de Belastingdienst aan te vragen (tool) om zekerheid te krijgen over de aanwezigheid van de fe BTW . 

Hoofdelijke aansprakelijkheid voor fe BTW

Een beschikking fe BTW heeft wel een extra gevolg: de ondernemingen in de fe BTW zijn vanaf het moment dat de beschikking is afgegeven onderling aansprakelijk voor elkaars BTW-schulden. De Belastingdienst kan dus het bedrag van de BTW-schuld van de ene onderneming bij de andere ondernemingen binnen de fiscale eenheid BTW naheffen. De hoofdelijke aansprakelijkheid loopt door tot het moment waarop de fe BTW wordt verbroken. Dat is het geval als de ondernemingen niet meer aan de verwevenheidseisen voldoen.

Inspecteur moet op de hoogte zijn gesteld van einde

De beëindiging van de fe BTW moet bij de inspecteur worden gemeld. Dit is belangrijk, omdat anders de hoofdelijke aansprakelijkheid van de ondernemingen voor de BTW-schulden onderling doorloopt, en dat brengt een groot financieel risico met zich mee. In het verleden heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de aansprakelijkheid voor BTW-schulden van ondernemers die tot een fiscale eenheid BTW behoren loopt vanaf het moment dat de beschikking is afgegeven tot het moment waarop de inspecteur schriftelijk op de hoogte is gesteld van wijzigingen in de fe BTW.

Niet meer voldoen aan voorwaarden

Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft daar onlangs nog maar eens aan toegevoegd dat die hoofdelijke aansprakelijkheid ook blijft bestaan gedurende de periode dat men door gewijzigde omstandigheden niet langer meer voldoet aan de materiële voorwaarden voor het bestaan van een fe. Zelfs als de vennootschap niet meer heeft voldaan aan de voorwaarden om tot de fe te behoren, betekent dat niets voor de aansprakelijkheid.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 3 november 2022, ECLI (verkort): 6417, 6418, 6419