Een belastingplichtige voor de inkomstenbelasting (IB) die vanwege bijzondere omstandigheden zijn hypotheekrente in een ander jaar wil aftrekken dan waarin hij deze betaald heeft krijgt nul op het rekest. De Wet IB staat dit niet toe volgens hof Arnhem-Leeuwarden en de Hoge Raad.
In deze zaak ging het om een man die een eigen woning had met een hypotheekschuld. De door hem in 2009 betaalde hypotheekrente en kosten (tool) bedroegen € 18.422. De man kreeg in 2009 een beroerte. In dat jaar en de jaren erop verbleef hij voor herstel lange periodes in verpleegtehuizen. In al die hersteljaren trok hij de hypotheekrente over 2009 niet in zijn aangifte IB af. Pas in de aangifte IB 2015 kwam de post naar boven. Hij gaf daarbij aan dat hij deze kosten nu pas aftrok door de bijzondere omstandigheden waar hij zich de jaren ervoor in bevond.
Hof Arnhem-Leeuwarden gaf aan dat de hypotheekrente alleen aftrekbaar was in het jaar dat de kosten waren gemaakt. De wet bood de rechter ook geen ruimte om, ondanks de bijzondere omstandigheden van de beroerte en de vele hersteljaren in verpleegtehuizen, af te wijken. Deze rechter was ook niet bevoegd om de toepassing van de hardheidsclausule in te roepen. Een verzoek om ambtshalve vermindering had geen zin meer, omdat de vijfjaarstermijn al was verlopen.
De man deed nog een poging om gelijk te krijgen bij de Hoge Raad, maar deze rechter verklaarde het beroep in cassatie (tool) niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten niet tot een behandeling in cassatie konden leiden.
Hoge Raad, 15 maart 2019 ECLI (verkort): 372, Hof Arnhem-Leeuwarden 26 juni 2018, ECLI (verkort): 5944