Zelf regie houden over de eigen persoonsgegevens is belangrijk. De overheid erkent dat ook, blijkt uit aangekondigde maatregelen. Een gebruiker van overheidsdiensten moet voortaan zelf kunnen bepalen met wie de persoonsgegevens automatisch gedeeld mogen worden.
Organisaties worstelen vaak met de persoonsgegevens die ze van hun klanten hebben opgeslagen. Websites plaatsen bijvoorbeeld nog steeds cookies van derden, maar in hun privacyverklaring zijn ze vaag over de identiteit van deze ‘derde partijen’. Hoewel wetgeving organisaties al in de richting van meer transparantie stuurt, geeft de overheid nu het goede voorbeeld. In het regeerakkoord wordt aangekondigd dat gebruikers van overheidsdiensten meer zeggenschap over de eigen gegevens krijgen. Zij mogen zelf maatschappelijk relevante instanties en organisaties aanwijzen die automatisch bepaalde onderdelen van hun totale ‘persoonsgegevenspakket’ mogen ontvangen. Dat kunnen bijvoorbeeld alleen de NAW-gegevens zijn.
De lijst van maatschappelijk relevante organisaties is divers. Daarop kunnen bijvoorbeeld kerkelijke organisaties staan, maar ook bibliotheken, patiëntenverenigingen, woningcorporaties, fondsenwervende organisaties en crematoria. Nu geldt vaak nog de regel dat deze organisaties de gevraagde gegevens automatisch toegestuurd krijgen tenzij de betrokkene daar bezwaar tegen heeft gemaakt. Deze opt-out wordt nu dus veranderd in een ‘opt-in’. Alleen kerkelijke organisaties blijven voorlopig nog onder de ‘opt-out’-regeling vallen.