De rechter heeft een achteraf opgestelde urenstaat voor het verkrijgen van de zelfstandigenaftrek goedgekeurd die de fiscus eerder had afgekeurd omdat deze achteraf was samengesteld. Het moet dan echter wel om een gedetailleerde urenstaat gaan.
Om voor de ondernemersaftrek, waaronder ook de zelfstandigenaftrek en startersaftrek vallen, in aanmerking te komen moet een ondernemer voor de inkomstenbelasting voldoen aan het urencriterium van 1.225 uur (tool). De ondernemer moet dit bewijs leveren door bijvoorbeeld een urenstaat aan te leveren. De Belastingdienst accepteert vaak een achteraf opgestelde urenstaat niet als bewijs voor het voldoen aan het urencriterium (video). Over de geldigheid van een achteraf opgestelde urenstaat ging het in de volgende zaak.
Hier ging het om een schoonheidsspecialiste die over 2017 de zelfstandigenaftrek en startersaftrek toepaste. De inspecteur vond echter dat de onderneemster niet aan het urencriterium voldeed. Hij stelde dat de urenstaat die de vrouw had overlegd, te globaal en onvoldoende gespecificeerd was.
De rechtbank was het echter niet eens met de inspecteur. De onderneemster hoefde niet alle afzonderlijke uren volledig aan te tonen. Zij hoefde ook niet voor alle afzonderlijke uren naast de vermelding in de urenstaat aanvullend bewijs aan te leveren. De rechtbank vond dat de werkzaamheden die in de urenstaat waren vermeld, voldoende specifiek waren. Dat de urenstaat achteraf was opgemaakt, deed wel afbreuk aan de bewijskracht. Maar dat werd gecompenseerd door de gedetailleerdheid van de urenstaat en de ondersteuning hiervan door de overige aangedragen stukken. De rechter oordeelde dus dat de vrouw recht had op de zelfstandigenaftrek en startersaftrek.
Rechtbank Noord-Holland, 25 mei 2023 (gepubliceerd 31 mei 2023 ), ECLI (verkort): 4943