Ondernemingsraden die het tegengaan van discriminatie als speerpunt hebben geformuleerd, kunnen nu ‘meeliften’ op nieuw beleid van de Rijksoverheid. Zij doet namelijk geen zaken meer met partijen die zich schuldig maken aan discriminatie. Een antidiscriminatiebeding in de contracten maakt dit mogelijk.
In alle contracten die de Rijksoverheid met een organisatie sluit voor de inhuur van uitzendkrachten komt voortaan een antidiscriminatiebepaling. Voor uw ondernemingsraad (OR) is dit een mooie gelegenheid om bij de bestuurder voor te stellen ook zo’n bepaling op te nemen in het aanstellingsbeleid. De OR heeft tenslotte de wettelijke taak om discriminatie tegen te gaan. Deze speciale taak is verankerd in artikel 28 lid 3 WOR (Wet op de ondernemingsraden).
Iedere ondernemingsraad kan op basis van artikel 23 WOR een initiatiefvoorstel indienen (tool) bij de bestuurder van de organisatie. Die is vervolgens verplicht om daarover minimaal eenmaal overleg te voeren met de ondernemingsraad. Na dat overleg laat hij zo snel mogelijk schriftelijk weten of en in hoeverre hij het voorstel overneemt. Let op: de ondernemingsraad heeft instemmingsrecht op elke wijziging van het aanstellingsbeleid. Ook als dit gebeurt naar aanleiding van een initiatiefvoorstel van de OR.