De Belastingdienst mag de beelden die gemaakt zijn met een snelwegcamera niet gebruiken om de rittenregistraties van auto’s van de zaak te controleren. Dit heeft de Hoge Raad onlangs aangegeven.
In de drie zaken ging het om werknemers die in een auto van de zaak reden. Zij verstrekten jaarlijks aan de fiscus een rittenregistratie (tool) waaruit bleek dat ze qua privégebruik onder de 500 kilometer bleven. De inspecteur legde naheffingsaanslagen op omdat uit camerabeelden van het Korps Landelijke Politiediensten naar voren kwam dat de auto’s waren gezien op plaatsen die niet overeenkwamen met de rittenregistratie (tool). De Hoge Raad mocht zich als laatste over deze zaak buigen en oordeelde dat de fiscus met deze controle teveel inbreuk had gemaakt op het privéleven van de chauffeurs.
In de Nederlandse wet is geen grondslag opgenomen om deze beelden voor belastingdoeleinden te gebruiken. Hierdoor handelde de fiscus in strijd met het EVRM. Het ging hier namelijk om het systematisch verzamelen, vastleggen, bewerken en jarenlang bewaren van gegevens en dat was en is wettelijk dus niet toegestaan. De fiscus had ook foto’s van verkeersovertredingen aangevoerd als bewijs in twee van de drie zaken. De Hoge Raad verwees deze zaken daarom naar het hof. Dit moet nu gaan aangeven of de rittenregistratie klopte alleen aan de hand van de verkeersovertredingen.
Hoge Raad, 24 februari 2017, ECLI (verkort): 286, 287 en 288