Werkelijk gebruik bewijzen voor aftrek BTW
Bij gemengd gebruik – zowel BTW-belaste als BTW-vrijgestelde activiteiten – moet u voor de BTW een splitsing maken om de aftrek van BTW te bepalen. In principe is daarvoor de omzetverhouding (pro rata-methode) bepalend. Wijkt het werkelijk gebruik daarvan af en u kunt dat voldoende bewijzen, dan kunt u die verhouding voor de BTW-aftrek gebruiken. De Hoge Raad heeft recent aangegeven dat u deze methoden niet door elkaar mag gebruiken voor één onroerende zaak.
In deze zaak ging het om een fiscale eenheid voor de BTW, die bestond uit een holding-bv en twee dochter-bv’s. Dochter A hield zich alleen met belaste makelaarsactiviteiten bezig. De BTW-vrijgestelde bemiddeling voor het verstrekken van hypothecaire leningen en verzekeringen was in handen van dochter B. De holding kocht in 1999 een bestaand pand. In 2003 liet de bv het pand slopen en bouwde een nieuw pand. De beide dochter-bv’s gingen een gedeelte van dat pand huren. De vraag was hoe de holding de BTW m