Nu directeur-grootaandeelhouders (dga’s) volop aan de slag moeten met hun pensioen in eigen beheer, komen er ook steeds meer vragen bovendrijven. De Belastingdienst geeft daarom een extra omschrijving van welke bedragen dga’s moeten hanteren.
Sinds 1 april is er een streep gezet door het opbouwen van pensioen in eigen beheer (tools) door dga’s, als gevolg van het goedkeuren van de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige pensioenmaatregelen (tool). Zij moeten nu een keuze gaan maken: het pensioenpotje op de balans laten staan zonder verdere opbouw, het pensioen fiscaal voordelig afkopen of het pensioen omzetten naar een oudedagsverplichting (ODV).
Als de dga een keuze maakt, moet hij dat binnen een maand na afkoop of omzetting doorgeven aan de Belastingdienst. Dat gaat via een formulier dat op de site van de fiscus staat. Het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen (CAP) van de Belastingdienst publiceerde eerder al negentien vragen en antwoorden over de hele operatie, onder meer over de combinatie tussen pensioen in eigen beheer en een stamrecht.
En nu heeft het CAP opnieuw meer uitleg online gezet, met daarin welke waardes van de pensioenverplichting de dga nu precies moet invullen:
De dga moet zowel de fiscale als de commerciële waarde van de pensioenverplichting opgeven. De fiscale waarde is de waarde van de pensioenverplichting die in aanmerking wordt genomen voor de vennootschapsbelasting (tool). De commerciële waarde is het bedrag dat ‘bij een onafhankelijke derde zou moeten worden gestort om de aanspraak te dekken’. Voor de berekening hiervan heeft de Belastingdienst een rekenmodel opgesteld. In een update van het antwoord heeft het CAP gezet dat het vermelden van de commerciële waarde niet verplicht is, het indienen van het formulier kan ook zonder dat die waarden erop staan. Mogelijk kan de fiscus de dga op een later moment nog wel om die gegevens vragen.
In de uitleg gaat het CAP verder nog in op de afspraak tussen de dga en de partner wat er met het pensioen gebeurt bij een scheiding. Op het formulier hoeft de dga alleen ‘ja’ of ‘nee’ te antwoorden op de vraag of er afspraken zijn gemaakt over de verdeling. Hoe die afspraken er precies uitzien maakt dan minder uit. Dit kan bijvoorbeeld een procedure zijn die overgenomen is uit de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding, schrijft het CAP.
Over de verschillende keuzes die dga’s kunnen maken voor hun pensioen in eigen beheer leest u meer in het aprilnummer van BV Rendement. Nog geen abonnement? Vraag dan nu een proefabonnement aan!