Druk op overheidsfinanciën, belastingingrepen op komst?

1 maart 2024 | Door redactie

Het Centraal Planbureau (CPB) waarschuwt de politiek dat er een koerswijziging nodig is rondom de overheidsfinanciën. Het nationale huishoudboekje verslechtert de komende jaren namelijk. Mochten politieke partijen daarom denken over belastingverhogingen, dan is er gelukkig weer een gloednieuw rapport met fiscale opties.

Het CPB doet de waarschuwing in het Centraal Economisch Plan voor 2024 (pdf), waarin de rekenmeesters de economische vooruitzichten voor dit jaar hebben gebundeld. Waar de economische groei voorzichtig stijgt, de inflatie daalt en de koopkracht de goede kant op gaat, laten de overheidsfinanciën een minder florissant beeld zien. Momenteel staat de Staat er financieel nog wel aardig voor, maar de overheidsuitgaven en de rentekosten lopen op. Het CPB verwacht dat het begrotingstekort vanaf 2028 niet meer binnen de Europese norm van 3% valt. Er is volgens het CPB een koerswijziging nodig om te voorkomen dat de overheidsfinanciën uit het lood slaan. 

Toekomstbestendig belastingstelsel

Het CPB-rapport komt waarschijnlijk ook aan bod aan de formatietafel. Het geeft voor een nieuw kabinet namelijk aan hoeveel financiële speelruimte er is. En de gevraagde koerswijziging kan natuurlijk betekenen: minder uitgeven. Maar vaak gaat het ook gepaard met de andere route, de belastingopbrengsten verhogen. Wat dat betreft kunnen de formerende partijen putten uit een kakelvers rapport met fiscale beleidsopties, dat voortbouwt op een eerdere studie met mogelijkheden voor het toekomstbestendig maken van het belastingstelsel. Het nieuwe rapport (pdf) bevat ook weer een hele lijst met beleidsopties waar geldzoekende partijen uit kunnen putten. Dat loopt uiteen van weinig ingrijpende maatregelen of ingrepen voor een specifieke groep tot grootschalige wijzigingen zoals het compleet afschaffen van de hypotheekrenteaftrek.

Maatregelen voor dga's en bv's

Het is uiteraard afhankelijk van politieke keuzes welke maatregelen er ingevoerd worden, en of ze misschien alleen gedeeltelijk worden ingevoerd. De opstellers van het rapport pleiten zelf overigens nadrukkelijk niet voor belastingverhogingen. Hun uitgangspunt is het versimpelen van het belastingstelsel en minder sturen via fiscaliteiten, zodat het belastingstelsel ook maatschappelijk draagvlak houdt. En opbrengsten zouden teruggesluisd moeten worden naar algemene belastingverlagingen. Met die slagen om de arm, een kleine greep uit de beleidsopties die directeuren-grootaandeelhouders (dga's) en bv's kunnen raken:

  • Verlagen van het grensbedrag voor 'excessieve' leningen van dga's bij de eigen bv naar €17.500. Nu is dat € 500.000. Het bedrag boven deze grens is belast als inkomen uit aanmerkelijk belang.
  • Afschaffen van het lage tarief in de vennootschapsbelasting (VPB). Nu geldt tot een winst van € 200.000 een tarief van 19%, en daarboven een tarief van 25,8%. Dit zou vervangen worden door één uniform tarief van 22% in het voorstel.
  • Wijzigingen in de tarieven in box 2 van de inkomstenbelasting, waarbij die worden bekeken in samenhang met de tarieven in de VPB en het tarief voor een ondernemer in de inkomstenbelasting. Daarbij zou de gecombineerde belastingdruk van de VPB en box 2 gelijk moeten zijn aan het toptarief in box 1 ná afschaffing van de mkb-winstvrijstelling. Dat zou neerkomen op een hoog tarief van 32% en een laag tarief van 25,5%. Nu is dat nog respectievelijk 33% en 24,5%.
  • Afschaffen van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA), die een belastingkorting geeft bij investeringen.
  • Verliesverrekening inperken in de VPB: de achterwaartse verliesverrekening wordt afgeschaft en de voorwaartse verliesverrekening wordt beperkt tot 6 jaar (nu is die onbeperkt).
  • Het versoepelen voor de bepalingen voor afschrijving op bedrijfspanden. Ondernemingen zouden dan in de inkomstenbelasting en de VPB weer kunnen afschrijven tot 50% van de WOZ-waarde. Nu is dat voor beide belastingen 100%.