Dga moet ook afrekenen over schuld bij verkoop aandelen

29 maart 2024 | Door redactie

Een directeur-grootaandeelhouder (dga) die bij de verkoop van zijn bv dacht dat hij in de aangifte kon volstaan met het opgeven van de verkoopprijs van de aandelen, heeft van de rechter een bijzonder koude douche gekregen. Ook de meeverkochte rekening-courantschuld telde namelijk mee, waardoor er belasting werd geheven over een inkomen van ruim € 270.000 in plaats van enkele duizenden euro's.

Een dga die de aandelen in zijn bv verkoopt, krijgt te maken met een heffing in box 2 van de inkomstenbelasting. Deze verkoop wordt fiscaal namelijk gezien als een voordeel uit aanmerkelijk belang (verdiepingsartikel), en over dat inkomen moet de dga dus afrekenen met de Belastingdienst. In 2024 komt de heffing in box 2 tot een inkomen van € 67.000 uit op 24,5%. Boven die grens is het tarief 33%.

Navorderingsaanslag inkomstenbelasting

In deze zaak ging het om een dga die de aandelen in zijn bv had verkocht voor een bedrag van € 5.000. Daarbij nam de koper ook een rekening-courantschuld tussen de dga en de bv over, ter hoogte van ruim € 287.000. De dga kreeg later een navorderingsaanslag voor de inkomstenbelasting in de bus. De inspecteur oordeelde namelijk dat er in de aangifte ten onrechte geen rekening was gehouden met de rekening-courant. De inspecteur kwam uit op een vervreemdingsvoordeel uit aanmerkelijk belang van ruim € 274.000. Dat was de uitkomst van een optelsom van de verkoopprijs van de aandelen (€ 5.000) en de rekening-courant (€ 278.000), minus de verkrijgingsprijs van de aandelen (ruim € 18.100). De dga was het daar niet mee eens. Volgens hem zou de rekening-courantschuld niet mee moeten tellen, en anders zou de stand van die schuld veel lager moeten zijn.

Schuld hoorde bij overname

De rechtbank koos echter de lijn van de inspecteur. Het overnemen van de rekening-courantschuld was onderdeel van de tegenprestatie van de koper voor het in handen krijgen van de aandelen. De rechtbank oordeelde dat de inspecteur inderdaad mocht aansluiten bij de volledige waarde van de rekening-courant die in de jaarrekening van de bv stond. Er waren namelijk geen aanwijzingen dat die jaarrekening niet deugde of dat er was afgelost op de schuld. Al met al bleef de navorderingsaanslag dus in stand.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 14 maart 2024, ECLI (verkort): 1608