Bij het inbrengen van een woon-werkpand vanuit privé in uw onderneming of andersom, kan duurzame zelfbewoning een waardedrukkende factor zijn. De Hoge Raad heeft onlangs bepaald dat u bij de waardering van de woning rekening moet houden met deze zelfbewoning.
In deze zaak startte de ondernemer per 1 januari 2004 met een eenmanszaak. Het woon-werkpand rekende hij tot zijn ondernemingsvermogen en die stond op de balans voor de vrije verkoopwaarde op 1 januari 2004 van € 600.000. In 2006 zette de ondernemer de eenmanszaak om in een bv en ging in een ander pand werken. Hij bracht het woon-werkpand daarom weer over naar zijn privévermogen voor de waarde in bewoonde staat van € 390.000. Hierdoor behaalde hij een boekverlies op het pand van € 210.000 (€ 600.000 - € 390.000).
De inspecteur corrigeerde dit boekverlies naar nihil, want volgens hem klopte de inbrengwaarde van het woon-werkpand niet en moest dat € 390.000 zijn. De Hoge Raad gaf aan dat de inbreng van een woon-werkpand in het ondernemingsvermogen voor de waarde in het economisch verkeer op de balans moest worden opgenomen. Bij het bepalen van de waarde van het woon-werkpand moest de ondernemer rekening houden met duurzame zelfbewoning. Dit kon namelijk de waarde van het pand beïnvloeden. De Hoge Raad accepteerde het boekverlies niet en gaf de inspecteur dus alsnog gelijk.
Hoge Raad, 1 februari 2013, LJN: BX4036