Vrijwilligers hebben voor hun vrijwilligerswerk recht op een kleine vergoeding. Zolang deze vergoeding niet overeenkomt met hun werkelijke inspanningen, kan deze onbelast blijven. Een vrijwilliger kan ervoor kiezen om de kostenvergoeding niet te ontvangen. Dan kan hij dit bedrag in sommige gevallen als giftenaftrek claimen in de inkomstenbelasting.
In ruil voor de arbeid die vrijwilligers verrichten, kunnen ze een onkostenvergoeding ontvangen. Die kan gebaseerd zijn op daadwerkelijk door de vrijwilliger gemaakte kosten, maar het kan ook een symbolische vergoeding zijn. Soms besluiten vrijwilligers dat ze deze vergoeding niet willen ontvangen.
Om de niet-ontvangen vergoeding als gift aan te kunnen geven, gelden wel enkele voorwaarden. Deze voorwaarden zijn in de wet aangescherpt:
Sommige instellingen maken gebruik van een zogenoemde ‘vrijwilligersverklaring’. Als vrijwilligers afzien van hun vergoeding geeft de instelling een verklaring af, waarmee de vrijwilliger kan aantonen dat hij recht had op een vergoeding maar deze niet heeft ontvangen. Hierdoor zou hij recht hebben op een giftenaftrek. Veel vrijwilligers hebben op basis van deze verklaring de giftenaftrek in hun aangifte inkomstenbelasting toegepast.
De Belastingdienst erkent deze verklaring echter niet. Volgens de fiscus is het afgeven van zo'n verklaring voor sommige werkgevers een manier om hun vrijwilligers – al bij voorbaat – af te laten zien van een vergoeding. Terwijl één van de voorwaarden voor giftenaftrek is dat de instelling bereid moet zijn om de vergoeding daadwerkelijk aan de vrijwilliger te verstrekken. De vrijwilligersverklaring geeft dus niet op zichzelf automatisch recht op giftenaftrek.
Meer informatie over vrijwilligers vindt u in de toolbox Snel aan de slag met vrijwilligers in uw organisatie.