Als uw organisatie in voorgaande boekjaren een materiële fout heeft gemaakt in de boekhouding, moeten vergelijkende cijfers in de verslaggeving worden gepresenteerd alsof in de eerdere jaren geen fout is gemaakt (retrospectief). Dit blijkt uit een recent gepubliceerde uiting van de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ).
Retrospectief verwerken van fouten houdt in dat organisaties vergelijkende cijfers in de boekhouding (tools)/jaarverslaggeving (met een nieuw stelsel) noteren alsof er in de eerdere jaren geen materiële fout is gemaakt. Voorwaarde voor deze werkwijze is dat er in de betreffende verslagjaren, die aanvingen vóór 1 januari 2016, sprake is geweest van het op prospectieve wijze herstellen van een materiële fout. Bij prospectieve aanpassing worden latere aanpassingen uit oudere boekjaren met het oorspronkelijke stelsel verwerkt in de boekhouding/jaarverslaggeving.
Er zijn stelsels (verzamelingen van grondslagen) voor: de waardering van activa en passiva, de resultaatbepaling (tool), de indeling en presentatie, het opstellen van een kasstroomoverzicht (tool) en (wijzigingen in) de consolidatiegrondslagen. Bij een materiële fout is er sprake van een fout die ervoor zorgt dat de jaarrekening de lezer niet meer het wettelijke vereiste inzicht geeft. Dit type fouten wordt in principe na het vaststellen van de jaarrekening ontdekt en gaat over vroegere boekjaren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een onjuiste waardering of een incomplete toelichting.